Thema 16 H7 Opiumwet

• Beveiliging
• MBO
• Studiejaar 1

Thema 16

Hoofdstuk 7: Opiumwet

Opbouw

Terugblik Wet wapens en munitie

Theorie

Opdracht

Afsluiting

Terugblik

Theorie

Het gaat hierbij om verdovende middelen; alcohol-drugs en bepaalde medicijnen.

Theorie

Wat is de invloed van deze stoffen:

• Invloed op de werking van de hersenen.
• Invloed op het gedrag van mensen.
• Gedrag kan leiden tot overlast of strafbare feiten.
• Verdovende middelen = bewustzijnsbeïnvloedende middelen.

Theorie

De Nederlandse overheid wil de risico's van het gebruik van drugs zoveel mogelijk voorkomen of beperken. Daarom hebben we sinds 1928 een Opiumwet. Drugs zijn ingedeeld naar de mate waarin ze risicovol zijn (lijst I en lijst II).
Lijst I: drugs met onaanvaardbare risico's (harddrugs)

Lijst II: drugs met aanvaardbare risico's (sorftdrugs)

Lijst I:

Heroïne

Cocaïne

Amfetamine

XTC

GHB

Crystal Meth

Lijst II:

Cannabisproducten (hasj/wiet)

Slaap-en kalmeringsmiddelen

Paddo’s

Qat

Gedoogbeleid

De regels uit de Opiumwet gelden voor iedereen, maar wordt in bepaalde gevallen gedoogd:

• Gedoogbeleid = politie/justitie treden niet op tegen bepaalde strafbare feiten.
  
• Moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen.
  
• Feit blijft strafbaar maar vervolging blijft uit.
  

Regels coffeeshop

• Geen reclame
  
• Geen harddrugs
  
• Geen toegang onder 18 jaar
  
• Geen verkoop van 5 gram per persoon per dag
  

Softdrugs en het bezit – export en teelt

• Bezit van max 5 gram cannabis voor eigen gebruik is strafbaar maar leidt niet tot vervolging.
  
• Bezit van 5-30 gram is een overtreding: geldboete en/of hechtenis.
  
• Bezit van min 30 gram begaat een misdrijf.
  
• Export tot max 500 gram staat geldboete en/of hechtenis
  
• Export vanaf 500 gram langere hechtenis en geldboete
  
• Telen van max 5 planten zonder technische hulpmiddelen; geen vervolging-welafstand doen van planten.
  
• Min 5 planten wordt uitgegaan van beroeps/bedrijfsmatige teelt
  

Effecten van drugs op het lichaam

1. Bewustzijn dempende werking. Deze worden ook wel verdovende middelen genoemd. Kalmerende, soms pijnstillende, verdovende en ontspannen werking. (alcohol, GHB, lachgas)
2. Bewustzijn stimulerende werking. Je krijgt het gevoel dat je meer energie hebt. (amfetaminen, cocaïne, nicotine)
3. Bewustzijn veranderende werking. De omgeving verandert. Je krijgt een andere stemming en ziet de omgeving anders dan deze in werkelijkheid is. (cannabis, xtc, ketamine)

Jij als beveiliger

Het kan moeilijk zijn in te schatten hoe iemand zich gedraagt onder invloed. Als je nog met iemand oogcontact kunt maken en hij reageert dan is de persoon te beïnvloeden. Als regel treed je op volgens je instructies. Maar denk altijd aan je eigen veiligheid. 

Afsluiting

Huiswerk: maak flitskaarten, samenvatting of een woordweb van dit hoofdstuk en de opdrachten in het boek.

Volgende keer: oefentoets + afmaken opdrachten boek 

Feedback les/docent?