Les 1: Tijd

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1-4

Klokkijken

Met wijzers en met cijfers.

Analoog of digitaal

Doel van de les

- De leerling weet hoe een digitale en analoge klok werkt.

- De leerling kan een digitale en analoge klok aflezen.

- De leerling heeft geoefend met tijden van analoog naar digitaal en andersom.

Analoog

De kleine wijzer geeft de uren aan..

De grote wijzer geeft minuten aan

Hoe laat is het op de klok?

1. 3 uur
2. 5 uur
3. 5 voor half 12
4. 7 uur

Digitaal

Digitale klok

• Wie heeft er zo'n klok?
  
• Wie weet hoe laat het is?
• En welk moment van de dag?

Welke digitale klok hoort bij deze klok? (2)

1. 16:30
2. 4:30
3. 15:30
4. 3:30

Welke digitale klok hoort bij deze klok?
(2)

1. 15:30
2. 12:35
3. 3:30
4. 0:35

Digitale klok
Hoe schrijf je half 5 's middags?

1. 4:30
2. 16:30
3. 5:30
4. 17:30

Digitale klok
Hoe schrijf je half 11 's avonds?

1. 11:30
2. 12:30
3. 22:30
4. 23:30

Het kerstontbijt begin om kwart over 8. Wat staat er dan op de digitale klok?

1. 08:45 uur
2. 07:15 uur
3. 08:15 uur
4. 08:30 uur

Digitale klok
Hoe schrijf je vijf uur 's nachts

1. 17:00
2. 5:00
3. 16:00
4. 4:00

Digitale klok
Hoe schrijf je half drie 's middags?

1. 14:00
2. 14:30
3. 2:00
4. 2:30

Opdracht

Blz 164 t/m 178 maken.