Thema De industriële revolutie 1750 - 1840

De industriële revolutie
Ongeveer van 1750 tot 1840
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
W.O.Lager onderwijs

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

De industriële revolutie
Ongeveer van 1750 tot 1840

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Industriële revolutie
De industriële revolutie begint na de uitvinding van de stoommachine.

Het was een revolutie: een grote verandering.

Slide 3 - Diapositive

Industriële revolutie
De industriële revolutie begon vanaf 1750 in Groot-Brittannië. België was wat later en volgde vanaf 1800 ongeveer.

Slide 4 - Diapositive

Industriële revolutie
Door de industriële revolutie veranderde de manier waarop spullen werden gemaakt. Eerst werden spullen (zoals kleding) met de hand gemaakt. Door de industriële revolutie konden de spullen met machines gemaakt worden. Machines konden veel sneller de spullen maken. Hierdoor werden de spullen ook goedkoper en konden meer mensen het kopen. De industriële revolutie begon in de achttiende eeuw in Groot-Brittannië. Het werk in de textiel veranderde. Het weven gebeurde niet meer met de hand maar met een machine. Arbeiders werden beschouwd als een onderdeel van een machine.

Slide 5 - Diapositive

De stoommachine
De stoommachine is een belangrijke uitvinding. Daarvoor werd de waterkracht en trekkracht van dieren het meest gebruikt. In 1769 verbeterde James Watt in Schotland de stoommachine zo goed, dat hij minder kolen gebuikte en meer kracht kon leveren. Nu kon hij worden gebruikt om spin- en weefmachines aan te drijven.

Deze uitvinding zorgde ervoor dat de machines in de fabrieken werkten. Maar ook in molens, mijnen en stoomtreinen.

Slide 6 - Diapositive

James Watt
Stoommachine

Slide 7 - Diapositive

stoomtrein

Slide 8 - Diapositive

Daardoor raakten heel veel mensen hun baan kwijt. De eigenaar / baas van een fabriek had liever een machine dan een werknemer, want die werknemer kon ziek worden of minder hard werken. Een machine kan gewoon achter elkaar doorwerken en heeft geen pauzes nodig, behalve voor het onderhoud. Er ontstond dus een zeer grote werkloosheid.

Slide 9 - Diapositive

Door de industriële revolutie groeiden de steden. Er was minder werk op het platteland. Kleine bedrijfjes op het platteland konden niet meer op tegen de grote bedrijven in de stad. De fabrieken werden bij de steden gebouwd. Steeds meer mensen verhuisden daarom naar de stad

Slide 10 - Diapositive

Wat was een voordeel van de industriële revolutie?
A
Mensen waren minder en minder nodig
B
Er kon meer gemaakt worden op kortere tijd
C
De bevolking groeide

Slide 11 - Quiz

Kinderarbeid
Halverwege de 19e eeuw werden de eerste fabrieken gebouwd. Dus 150 jaar geleden. Dat kwam na de uitvinding van de stoommachine. Ook kinderen moesten werken. Het werk was ongezond en gevaarlijk. De kinderen mochten niet naar school van hun ouders. Ze werden naar de fabrieken gestuurd. De kinderen moesten wel werken want het gezin was arm.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Kinderarbeid
Die kinderen moesten wel 12 uur per dag werken. Ze kregen slecht te eten en ze waren erg vies. Heel veel waren er ziek. De helft van de kinderen stierf.

In 1889 kwam pas de wet op kinderarbeid in België.

Slide 14 - Diapositive

De wet op kinderarbeid (1889)
Die bepaalt dat kinderen onder de 12 jaar niet mogen werken in de industrie. Jongens tussen 12 en 16 jaar en meisjes tussen 12 en 21 jaar mogen bovendien maar 12 uur per dag werken. En meisjes tussen 12 en 21 jaar mogen geen nachtwerk meer doen.

Slide 15 - Diapositive

Uitbreiding van de wet op kinderarbeid (1914)
In 1914 breidt men de wet uit.

 De wet van 14 juni 1921 bepaalt dat zware arbeid voor kinderen onder de 16 jaar strafbaar is.

Slide 16 - Diapositive

Wat vind je van
kinderarbeid?

Slide 17 - Carte mentale

Wat vind je van de wet
op de kinderarbeid?

Slide 18 - Carte mentale

De landbouw werd beter waardoor er meer voedsel kwam. Door het toenemen van het voedsel groeide de bevolking. Al die mensen hadden kleding nodig maar de mensen die dit maakten werkten nu al lange dagen. Er moest een oplossing gevonden werden. De stoommachine werd uitgevonden en de productie gebeurde nu door machines die sneller werkten en meer konden maken. Er kwamen steeds meer en meer fabrieken.

-> De industriële revolutie!
De industriële revolutie samengevat

Slide 19 - Diapositive

Wat is een revolutie?
A
Een uitbuiting van het volk
B
Een grote verandering

Slide 20 - Quiz

Rond welke tijd begon de industriële revolutie in België?
A
1750
B
1800
C
1850
D
1900

Slide 21 - Quiz

Waarom moesten ook kinderen werken?
A
Hun ouders wilde hen de wereld leren kennen
B
Het hoort gewoon zo
C
Omdat de gezinnen anders te arm waren
D
Omdat kinderen toen niet belangrijk waren

Slide 22 - Quiz

Vat de industriële revolutie in je eigen woorden samen.

Slide 23 - Question ouverte