Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
Beatrijs - opfrissen
Slide 1 - Diapositive
Dit verhaal is heel oud (650 jaar!) en was erg populair in de middeleeuwen. Het werd in heel Europa verteld. Waarom was het zo populair, denk je? Welke lessen haalde een middeleeuwer er volgens jou uit?
Slide 2 - Question ouverte
Stel, jij bent Beatrijs. 1) Wat zou je anders gedaan hebben? 2) Welke andere keuzes zou jij gemaakt hebben? 3) Op welke manieren had het verhaal anders kunnen lopen?
Slide 3 - Question ouverte
Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je het verschil tussen een Arthur- en Karelroman.
Aan het einde van de les weet je waarom de vraag 'Wat bedoelt de schrijver hiermee?' een onzinnige vraag is met betrekking tot literatuur.
Slide 4 - Diapositive
Historische achtergrond
Slide 5 - Diapositive
Historische achtergrond
Lage levensverwachting
Religie van groot belang
Dus:
Momento mori - Gedenk te sterven
Slide 6 - Diapositive
Ridderromans
1.5 Karelromans
1.6 Arthurromans
Slide 7 - Diapositive
De ridderroman
Voorhoofs/Karelromans
Hoofs/Arthurromans
- Karel de Grote
- Dappere ridders; veel bloedvergieten
- Trouw aan leenheer en God (feodale stelsel)
- Vrouw speelt een ondergeschikte rol
Karel ende Elegast
- Ridders zijn rechtvaardig, hulpvaardig en hoffelijk
- Ridder gaat op zoek naar het hart van de geliefde, het geheim van zijn afkomst of om de koning een dienst te bewijzen.
- De omgangsvormen zijn verfijnd
Walewein en het schaakbord
Slide 8 - Diapositive
Karelromans
Voorhoofse romans
Karel de Grote
Gevechten
Heldendaden van andere vorsten worden toegeschreven aan Karel de Grote en zijn ridders
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Arthurroman
Hoofse romans
Vrouwen hebben een belangrijke status
Queeste: een zoektocht naar een bepaald voorwerp
' Walewein en het schaakbord'
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Karelromans
Arthurromans
Hoofs
Voorhoofs
Vrouw onbelangrijk
Vrouw belangrijk
Ridders van de ronde tafel
Queeste
Feodale stelsel
Slide 13 - Question de remorquage
Slide 14 - Diapositive
Geef een verschil tussen de Karel- en Arthurromans. Begin je zin met: "Een verschil tussen de Karel- en Arthurromans is..."