Bloedtransfusie

Bloedtransfusie
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bloedtransfusie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les
  • Bloed(groep) en bloedproducten
  • Indicaties toediening bloed(producten)
  • Kruisproef
  • Complicaties
  • Controles
  • Instellen toedieningssnelheid
  • Nazorg

Slide 2 - Diapositive

Vraag: waar worden bloedcellen aangemaakt? 
Antwoord: in het beenmerg 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Rode bloedcellen
Bloedplaatjes

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van erytrocyten?
Wat is een tekort aan hemoglobine en ijzer? 
Wat is de functie van de witte bloedcellen? 
Wat is de functie van bloedplaatjes? 
Zuurstof vervoeren m.b.v. hemoglobine
Bloedarmoede
Functie in de afweer tegen lichaamsvreemde stoffen
Zorgen ervoor dat het bloed stolt

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Immuniteit
Natuurlijke immuniteit
  • actieve natuurlijke immuniteit
Het lichaam maakt zelf antistoffen
  • Passieve natuurlijke immuniteit
Via de navelstreng / placenta
Kunstmatige immuniteit
  • actieve kunstmatige immuniteit
Vaccin / Er wordt een vaccin gespoten met verzwakte ziekteverwekkers
  • passieve kunstmatige immuniteit
serum

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke bloedgroepen kan je onderscheiden?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

jaarlijks ontvangen 250.000 Nederlanders een bloedtransfusie
Slachtoffers van  ongevallen
Patiënten die een grote operatie ondergaan
Patiënten die voor kanker of kwaadaardige bloedziekten behandeld worden.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Landelijke richtlijnen
Transfusie beleid:

een bloedgroep moet tweemaal worden bepaald uit twee onafhankelijke bloedmonsters

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloedgroep
wordt bepaalt met antistoffen tegen die bloedgroepen.
aan een druppel bloed worden antistoffen tegen bijv. bloedgroep A toegevoegd. Als het bloed gaat klonteren betekent dit dat op de rode bloedcellen bloedgroep A aanwezig is.
Bloedgroep O klontert met beide antistoffen niet.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn redenen om rode bloedcellen toe te dienen?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloedplasma

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn redenen om bloedplasma toe te dienen?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn redenen om bloedplaatjes toe te dienen.

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kruisproef
Laboratoriumtest: 
  • Bij elkaar voegen van serum van patiënt (ontvanger) met rode bloedcellen van de donor
  • Positieve kruisproef: geen bloedtransfusie

Slide 20 - Diapositive

Kruisproef: past bloed ontvanger bij het donorbloed door te kijken of er klontering van het bloed plaatsvindt als het bloed wordt samengebracht. Zo ja, dan is de kruisproef positief. Dat wil zeggen dat het donorbloed niet geschikt is. 
Wat is een rhesusbaby

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Toedieningswijzen
  • Perifeer infuus
  • Centraal veneuze katheter
  • Perifeer ingebrachte centrale katheter (PICC)
  • Port à cath

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Risico's bij een bloedtransfusie
Zoek 2 transfusie reacties op.
Wat zijn de verschijnselen?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doe je als je merkt dat er een transfusiereactie is?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat te doen bij transfusie reactie?
  • Transfusie staken
  • NaCl 0,9 aanhangen om infuus open te houden
  • Arts waarschuwen
  • Regelmatig controles, pols, RR, temp.
  • Restant bloedzak naar bloedbank sturen om de oorzaak van de reactie te achterhalen

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controles bloedproduct
  • Naam en geboortedatum
  • Bloedgroep
  • Kruisproef (moet negatief zijn)
  • Conditie zak
  • Administratieve gegevens zorgvrager
  • Productnummer bloedproduct
  • Vervaldatum bloedproduct

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controles voor toediening
  • Wat/hoeveel/inloopsnelheid
  • patiëntgegevens/dossier
  • Kruisproef  
  • Controle pols, bloeddruk en temperatuur: 5–15 minuten voor de transfusie
  • Dubbele controle: controleer bloedproduct met het transfusieformulier en opdracht arts (product/hoeveelheid/toedieningssnelheid)

Slide 30 - Diapositive

  • Bij ophalen bloed bij het laboratorium 
  • Voor aanhangen bij de patiënt controleer je de gegevens nogmaals met een collega. Je controleert pols, bloeddruk en temperatuur om transfusiereacties te observeren.
Toedieningssnelheid
  • Met behulp van volumetrische pomp: bereken ml/uur
  • Zonder pomp: druppelsnelheid/minuut berekenen
    (1ml = 18 druppels) 
 
  

Slide 31 - Diapositive

Formule: totaal aantal druppels =
                  totaal aantal minuten

                  aantal ml x 18
                  uren x 60 
Transfusie en controles
  • Zak met bloedproduct voorzichtig aanprikken (zak neerleggen en spike met een draaiende beweging insteken)
  • Systeem vullen met bloed
  • Druppelsnelheid instellen
  • Controle pols, bloeddruk en temperatuur 5-15 minuten na de start

Slide 32 - Diapositive

Druppelsnelheid: eerste 10 minuten: niet meer dan 20 ml van het bloedproduct toedienen.

Nazorg
Infuusslang naspoelen
Infuusslang direct vervangen of binnen 24 uur na beëindiging transfusie
Transfusiezak 24 uur bewaren

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit was bloedtransfusie
Vragen?

Bij de praktijkles gaan we een opdracht maken. 


Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions