Grammatica klas 1: BN/ZN/LW/VZ/HWW/ZWW

Grammatica 
Bijvoegelijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, voorzetsel, lidwoord, werkwoord.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Grammatica 
Bijvoegelijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, voorzetsel, lidwoord, werkwoord.

Slide 1 - Diapositive

SLEEPVRAGEN
Sleep de zinsdelen naar de juiste kolom.  Er kunnen ook zinsdelen tussen staan die nergens heen moeten. 
Die laat je gewoon staan. 
Succes!

Slide 2 - Diapositive

Een witte muis liep naar zijn holletje
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
ZWW
HWW
Een
Witte
muis
liep 
naar
zijn
holletje

Slide 3 - Question de remorquage

In de winter brandt bij ons de kachel
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
HWW
ZWW
In
de
winter
brandt
bij
ons
de
kachel

Slide 4 - Question de remorquage

Vroeger hebben de mensen zwarte steenkool in 
de kachel gestookt.
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
ZWW
HWW
Vroeger
hebben
de
mensen
steenkool
zwarte
in
de
kachel
gestookt

Slide 5 - Question de remorquage

Tegenwoordig heeft bijna iedereen een centrale verwarming. 
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
HWW
ZWW
Tegenwoordig
heeft
bijna
iedereen
een
verwarming
centrale

Slide 6 - Question de remorquage

's Zomers bloeien er veel mooie bloemen in die grote tuin. 
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
ZWW
HWW
's Zomers
bloeien
er
veel
mooie
bloemen
die
in
grote
tuin

Slide 7 - Question de remorquage

Mijn moeder houdt erg van grote, gele bloemen
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
ZWW
HWW
Mijn
moeder
houdt
erg
grote
van
bloemen
gele

Slide 8 - Question de remorquage

Meestal zet ze die in een blauwe vaas
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
ZWW
HWW
Meestal
zet
ze
die
blauwe 
een
in
vaas

Slide 9 - Question de remorquage

Rick ging met een vriendje in het nieuwe zwembad zwemmen
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
ZWW
HWW
Rick
ging
met
een
vriendje
in
het
zwemmen
zwembad
nieuwe

Slide 10 - Question de remorquage

Die oude eik staat naast een klein berkje
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
Die
oude
eik
staat
naast
een
klein
berkje

Slide 11 - Question de remorquage

In de verte kwam een zwaar onweer opzetten.
Bijvoeglijk naamwoord
zelfstandig naamwoord
voorzetsel
lidwoord
ZWW
HWW
In
de
verte
kwam
een
zwaar
onweer
opzetten

Slide 12 - Question de remorquage