begrijpend lezen les 10-6

                                         Lesdoel


Ik weet wat het begrip 'leesdoel' betekent en kan er 4 noemen.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

                                         Lesdoel


Ik weet wat het begrip 'leesdoel' betekent en kan er 4 noemen.

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Wat is het tekstdoel van de folder die ik van de Albert Heijn op mijn deurmat vind?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 6 - Quiz

Wat is het tekstdoel van het boek Harry Potter en de steen der wijzen?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 7 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een ingezonden brief in de krant die gaat over meer speeltuinen in Nijmegen?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 8 - Quiz

Wat is het tekstdoel van een stripboek over Spider-Man?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 9 - Quiz

Wat is het tekstdoel van de tekst in de krant die je waarschuwt om veilig met vuurwerk om te gaan?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 10 - Quiz

Wat is het tekstdoel van het recept uit het receptenboek waarin staat hoe je gehaktballen maakt.
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 11 - Quiz

Wat is het tekstdoel van de trouwkaart die je van je nicht krijgt?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 12 - Quiz

Vragen voor informerende teksten
Als je een informerende tekst (bijvoorbeeld een nieuwsbericht) moet maken dan begin je niet meteen met schrijven. Je bereidt het schrijven eerst voor. Dat doe je door antwoord te geven op een aantal vaste vragen, de 5W+1H-vragen.




Slide 13 - Diapositive

Even oefenen
We lezen samen eerst een artikel. Hierna gaan we de wh-vragen beantwoorden.

Slide 14 - Diapositive

Zelfstandig                                   
Maak nu de opdrachten bij de tekst "De snelle stoomtrein".
Schrijf je naam en de antwoorden op het schrijfblaadje.
Als je klaar bent mag je kort iets voor jezelf doen.
Veel succes!

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien