Eerste schoolexamen
1 / 26
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Noem 4 oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.
Slide 2 - Question ouverte
Leg uit hoe het sluiten van bondgenootschappen kon leiden tot een wereldoorlog.
Slide 3 - Question ouverte
Wat is het verband tussen industrialisatie, modern imperialisme en de Eerste Wereldoorlog?
Slide 4 - Question ouverte
Wat was de aanleiding van de Eerste Wereldoorlog?
Slide 5 - Question ouverte
Waarom werd Frans-Ferdinand vermoord?
Slide 6 - Question ouverte
Verklaar het verschil in enthousiasme van de soldaten tussen 1914 en 1915.
Slide 7 - Question ouverte
Wat was de bedoeling van het Schlieffenplan?
Slide 8 - Question ouverte
Waardoor mislukte het Schlieffenplan?
Slide 9 - Question ouverte
Wat is een totale oorlog?
Slide 10 - Question ouverte
De Eerste Wereldoorlog duurde van...
A
1914 - 1917
B
1914 - 1918
C
1917 - 1920
D
1940 - 1945
Slide 11 - Quiz
Noem drie landen die bij de Centralen hoorden.
Slide 12 - Question ouverte
Noem 2 gebeurtenissen uit 1917 die van belang waren voor het verloop van de oorlog.
Slide 13 - Question ouverte
Wat is het verband tussen de Lusitania en het Zimmermann-telegram?
Slide 14 - Question ouverte
Hoe heette tijdens de Eerste Wereldoorlog de grens tussen Nederland en België?
A
de Atlantic Wall
B
de frontier
C
de dodendraad
D
de muur
Slide 15 - Quiz
Noem nog 3 gevolgen van de Eerste Wereldoorlog voor Nederland.
Slide 16 - Question ouverte
Wat wordt bedoeld met shellshock?
Slide 17 - Question ouverte
Noem twee oorzaken van de Russische revolutie.
Slide 18 - Question ouverte
Noem drie kenmerken van het stalinisme.
Slide 19 - Question ouverte
Wat is de Dolkstootlegende?
Slide 20 - Question ouverte
Noem nóg een reden waardoor veel Duitsers geen vertrouwen hadden in de democratie van Weimar.
Slide 21 - Question ouverte
Noem drie bepalingen uit het Verdrag van Versailles.
Slide 22 - Question ouverte
Hoe ontstond in 1923 de hyperinflatie?
Slide 23 - Question ouverte
Wat hebben antisemitisme en de Holocaust met elkaar te maken?
Slide 24 - Question ouverte
De Gestapo was
A
een knokploeg van Hitler.
B
de geheime politie.
C
de organisatie die de kampen bewaakte
