Dag 3

Woorden
Thema 13:  Vriendschap
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
ISKMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Woorden
Thema 13:  Vriendschap

Slide 1 - Diapositive

echt
  • dat is waar
  • helemaal, niet iets anders
  • zin: De oudste vrouw van Nederland is 110 jaar. Dat is echt waar! 
  • zin: De ring is van echt goud.

Slide 2 - Diapositive

eerlijk
  • het is geen smoesje, het is echt waar
  • niet liegen / niet fake
  • alle mensen krijgen hetzelfde
  • zin:  Ik verdeel het brood eerlijk.

Slide 3 - Diapositive

elkaar
  • samen
  • Omar en Anne kijken naar elkaar. Omar kijkt naar Anne en Anne kijkt naar Omar.
  • zin: We praten met elkaar over de nieuwe woorden.

Slide 4 - Diapositive

gek
  • raar; niet normaal
  • gek zijn op = heel leuk of lief vinden
  • te gek = heel leuk
  • zin: Hij praat met bomen. Dat vind ik heel gek

Slide 5 - Diapositive

genoeg
  • genoeg <---> te weinig
  • zin: Ik hoef niks meer te eten, ik heb genoeg gehad.
  • zin: Ik heb niet genoeg geld bij me. Kan ik van jou wat lenen? 

Slide 6 - Diapositive

het gesprek
  • een persoon praat met een andere persoon
  • in gesprek gaan = iemand is bezig met praten, bijvoorbeeld aan de telefoon
  • zin: Ik heb vanmiddag een gesprek met de docent. 

Slide 7 - Diapositive

De oudste vrouw van Nederland is 110 jaar. Dat is echt waar.
Ik verdeel het brood eerlijk.
We praten met elkaar over de nieuwe woorden.
Hij praat met bomen. Dat vind ik heel gek.
Ik heb niet genoeg geld bij me. Kan ik van jou wat lenen?
Ik heb vanmiddag een gesprek met de docent.

Slide 8 - Diapositive

3
Wat hoort bij elkaar?
gesprek
elkaar

Slide 9 - Question de remorquage

Ik heb een ............... met mijn vriend.
We gaan met .............. fietsen.
3
A
elkaar gesprek
B
eerlijk elkaar
C
gesprek elkaar
D
gesprek echt

Slide 10 - Quiz

Het is ............... waar. Ik lieg niet.
Ik ben ................

3
A
echt gesprek
B
echt eerlijk
C
eerlijk echt
D
aardig echt

Slide 11 - Quiz

Hij en ik zijn ............... klaar.
Heb jij ................ eten?
3
A
gek eerlijk
B
echt genoeg
C
eerlijk genoeg
D
echt eerlijk

Slide 12 - Quiz

3
timer
1:30
Wat is eerlijk?

Slide 13 - Carte mentale

Maak een zin.
Werkwoord: willen
jij / gespek
3

Slide 14 - Question ouverte