mens en zorg oefentoets hoofdstuk 1 t/m 4

mens en zorg oefentoets
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

mens en zorg oefentoets

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wel in de schijf van 5
Niet in de schijf van 5
Melk
Versgeperst sinaasappelsap
Tomaten-ketchup
Kikker- erwten
Pure chocolade
Oude kaas
Gedroogd fruit
Ongezouten noten
Gefilterde koffie
Salami

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is emptahie?
A
Het tonen van belangstelling in iemand.
B
Het vermogen om je in te leven in andere mensen
C
Aandacht voor iets of iemand hebben
D
De juiste werkhouding aannemen

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verstaan wij onder non verbale communicatie?
A
Het communiceren met gesproken woorden
B
Het communiceren door geschreven woorden
C
Het communiceren waarbij geen woorden gebruikt worden

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Werk dat elke dag gedaan wordt.
Werk dat je 1x per week gedaan wordt.
Werk dat 1x per ongeveer 6 weken gedaan wordt.
Wekelijkse werkzaamheden
Wekelijkse werkzaamheden
Dagelijkse werkzaamheden

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Feedback geven is....?
A
Boos worden op een ander
B
Het is informatie die je teruggeeft of terugkrijgt van de ander
C
Het vertellen van een verhaal aan een ander

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Non verbale en verbale communicatie kan je samen toepassen?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ergonomisch werken is..?
A
Zorgen dat je alle spullen bij je hebt
B
Blijven communiceren met de cliënt
C
Een juiste werkhouding aannemen
D
Dit woord bestaat niet.

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het allereerste wat je doet als je een ongeluk ziet op straat ?
A
Ik schreeuw om hulp
B
Ik zoek mijn telefoon om 112 te bellen
C
Ik vraag iemand 112 te bellen en ga zelf bij het slachtoffer kijken
D
Ik til het slachtoffer omhoog

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk verband gebruik je om een grote wond snel af te dekken
A
Hydrofiel zwachtel
B
Wondpleister
C
Snelverband
D
Kleefpleister

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent Mantelzorg
A
Hulp van een thuiszorgmedewerker
B
Hulp vanuit het ziekenhuis
C
Hulp van een verzorgende
D
Hulp van familie of vrienden

Slide 11 - Quiz

Wie kent iemand die is Mantelzorger?
Welke van onderstaande ziekten vallen onder dementie?
A
Osteoporose
B
Ziekte van Alzheimer
C
Parkinson
D
Beroerte

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hieronder staan vier hulpmiddelen.
Sleep de omschijving naar het hulpmiddel die erbij hoort.

Dit kun je gebruiken om het evenwicht te bewaren én het biedt een mogelijkheid om even uit te rusten
Dit kun je gebruiken als een zorgvrager niet of moeilijk loopt
Dit kun je gebruiken om het evenwicht te bewaren
Dit kun je gebruiken bij een zeer been of een zere voet

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In een zorgwoning wordt een zorgdossier voor de cliënten bijgehouden. Waarom is dat belangrijk?
A
Je weet welke zorgen de cliënt heeft.
B
Je weet welke zorg de cliënt nodig heeft.
C
Je weet welke zorg de cliënt nodig heeft.
D
Je weet voor wie een cliënt zorgt.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer Brouwer krijgt hulp bij het uit en naar bed gaan en bij de ADL.
Wat betekenen deze letters voluit?
A
Algemeen Dagelijks Lopen
B
Andere Dagelijkse levenspatronen
C
Anders Doen Lopen
D
Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

6) Zet de handelingen in de volgorde van 1 naar 6.
1
2
3
4
5
6
Kleed de baby aan.
Was het gezichtje en de rest van het lichaam van boven naar onder.
Verwijder ontlasing van de billetjes
Schep met je andere hand water over de baby.
Leg de baby in bad en houd hem met één hand vast.
Leg alle spullen klaar.

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Meneer Bos gaat 1x in de week naar het sportcentrum.
Sleep naar open of gesloten. Zijn het open of gesloten vragen? 
OPEN
GESLOTEN
Doet u vandaag ook mee met de spinning-les? 
Hoeveel lessen volgt u per week? 
Waarom bent u vorige week niet komen sporten? 
Vind u de sportlessen leuk?
Waarom volgt u sportlessen?
Wat vind u van de sportinstructeur?
Waar krijgt u last van bij het sporten?

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Zijn deze vragen open of gesloten?
Welke hobby's heeft u?
Houdt u van spelactiviteiten?
Hebt u een goede conditie?
Bent u bekend met de voorzieningen in de wijk?
Hoe hebt u van ons aanbod gehoord?
open
gesloten
open
gesloten
open
gesloten
open 
gesloten
open 
gesloten

Slide 18 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent respect hebben?
A
Lief zijn voor elkaar
B
Elkaar in waarde laten
C
Elkaar eerbieden

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions