Examentraining: Signaalwoorden & tekstverband

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Leerdoelen 

Je kan  

-signaalwoorden in het Engels herkennen

- je kan sneller het juiste antwoord vinden op vragen

Planning 

1. Intro:   Welke signalen  ken je?   
2. Afbeelding/ Signalen in het verkeer
3. Oefenen: Signaalwoorden in leesteksten (incl. het eindexamen) 

Signalen in onze omgeving. Welke signalen ken je? 

De  stoplichten (traffic signals) werken niet.  Welk effect dit op de  verkeerssituatie? 

Signaalwoorden hebben verschillende functies

• Vorige tekst= signaalwoorden m.b.t opsomming 
• Signaalwoorden helpen ons een tekst/boodschap beter te begrijpen. 
• In de volgende dia's zie je meer signaalwoorden (incl. tekst verband)  

Signaalwoorden: Reden/ verklaring 

Donna is going to bed because she is tired.  Het woord ‘want’ (because) geeft aan dat er een uitleg komt. In het tweede stukje wordt namelijk uitgelegd (dus een reden) waarom Donna gaat slapen.

Signaalwoorden/ voorwaarde 

Stel je voor dat je vader zegt:

You may go to the party  provided that  (mits) your big brother goes too.  

Dan snap je waarschijnlijk wel wat hij  bedoelt, ook al weet je niet hoe het tekstverband heet en welk signaalwoord er is gebruikt

Quiz time 

Claire will only eat fries ........they are smothered in tomato ketchup.

1. but
2. so
3. however
4. if

....... growing up poor, he never forgot his roots. He always stayed in touch with his family and childhood friends.

1. despite
2. however
3. For example
4. such as

He did not revise or do his homework ..... he failed his exam.

1. in addition
2. In conclusion
3. that is why
4. in fact

Kim got up late ......she had a nightmare and could not sleep.

1. because
2. in conclusion
3. Therefore
4. since

Which of the following is a signal word?

1. However
2. Silently
3. Quickly
4. Beautifully

Which signal word shows contrast?

1. On the other hand
2. For example
3. In addition
4. Furthermore

She loves ice cream; ___, she eats it daily.

1. therefore
2. although
3. however
4. because

He studied hard; ___, he passed the exam.

1. but
2. unless
3. as a result
4. while

You can come with me; ___, it will be fun.

1. instead
2. in addition
3. despite
4. although

I wanted to go; ___, I was too tired.

1. in fact
2. however
3. because
4. for example