Lezen H2.3: Tekstverbanden en signaalwoorden

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Lesdoel

Na de les van vandaag kun je: 

- signaalwoorden herkennen;

- verbanden in een tekst aangeven. 

Hoe zijn teksten ingedeeld?

Hoe zijn teksten ingedeeld?

• Titel
• Samenvatting
• Inleiding
• Middenstuk/Kern
• Slot

Wat zijn deelonderwerpen?

Welk soort tekstverband zie je hier?
'Ik ging douchen, nadat ik had gesport'.

1. oorzaak-gevolg
2. doel-middel
3. tijd

Welk soort tekstverband zie je hier?
'Je mag mee op vakantie, mits je je koffer hebt ingepakt'.

1. tegenstelling
2. voorwaarde
3. oorzaak-gevolg

Wat is het signaalwoord?
'Het sneeuwde al enige dagen hevig, waardoor de skipistes gesloten werden'.

Wat is het tekstverband?
'Het sneeuwde al enige dagen hevig, waardoor de skipistes gesloten werden'.

Wat is het signaalwoord?
'Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess'.

Wat is het tekstverband?
'Vervolgens werden de passagiers naar hun plaats gebracht door de stewardess'.

Wat is het signaalwoord?
'Zij trainde erg hard om te kunnen winnen'.

Wat is het tekstverband?
'Zij trainde erg hard om te kunnen winnen'.

Wat is het signaalwoord?
'Je mag mee op vakantie, mits je zelf betaalt'.

Wat is het tekstverband?
'Je mag mee op vakantie, mits je zelf betaalt'.

Lijst met tekstverbanden en signaalwoorden

Je krijgt van mij een lijstje met veel voorkomende tekstverbanden en signaalwoorden. Deze kun je gebruiken als handig hulpmiddel bij het maken van je huiswerk.