2MH - Fictie leesboek

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Leesboeken
Fictie en non-fictie
Beoordelingswoorden
Soorten verhalen

Slide 2 - Diapositive

Fictie of non-fictie
Fictie betekent verzonnen. Een schrijver heeft een verhaal bedacht. De personen uit het verhaal bestaan niet echt en de gebeurtenissen in het verhaal zijn niet echt gebeurd.

Non-fictie betekent niet verzonnen. Een schrijver schrijft over personen die echt bestaan en gebeurtenissen die echt gebeurd zijn.

Slide 3 - Diapositive

Welk boek is non-fictie?
A
Knolpower (Een boek van Enzo knol over zijn leven als vlogger.)
B
Spijt (Een boek van Carry Slee over een jongen die gepest wordt.)

Slide 4 - Quiz

Realistisch
Sommige verhalen zijn verzonnen, maar wel realistisch. Dat wat er in het verhaal gebeurt, zou in het echt ook kunnen gebeuren.
Bijvoorbeeld het boek Spijt van Carry Slee. In dit verhaal wordt een jongen gepest. Dit is een geloofwaardig, realistisch verhaal. 

Andere verhalen zijn verzonnen, maar niet realistisch. Dat wat er in het verhaal gebeurt, kan in het echt niet gebeuren.
Bijvoorbeeld een verhaal waarin dieren met elkaar praten. Dat is niet geloofwaardig.

Slide 5 - Diapositive

Welke van de volgende boeken zijn realistisch?
A
Razend (Carry Slee)
B
Donald Duck
C
Harry Potter (J.K. Rowling)
D
Hoe overleef ik de brugklas? (Francine Oomen)

Slide 6 - Quiz

Welke beoordelingswoorden ken jij?

Slide 7 - Carte mentale

Beoordelingswoorden voor je recensie
Als je je mening moet geven over een verhaal, boek of film gebruik je beoordelingswoorden:
spannend - saai
leerzaam - niet leerzaam
grappig - droevig
zet me aan het denken - doet me niets 
kinderachtig - voor mijn leeftijd
moeilijk - makkelijk
vlot verteld - langdradig

Slide 8 - Diapositive

Soorten verhalen
Er zijn allerlei soorten verhalen. Al deze verhalen kun je verdelen in twee categorieën:
  • realistische verhalen: wat in het verhaal gebeurt, kan in de werkelijkheid ook echt gebeuren. 
  • fantasieverhalen (niet-realistische verhalen): wat in het verhaal gebeurt, kan niet in de werkelijkheid niet gebeuren.
 

Slide 9 - Diapositive

Verhaalsoorten/genre
Hiernaast zie je verschillende soorten verhalen.
Sommige boeken kunnen wel bij twee soorten horen.

Bijvoorbeeld de Donald Duck. Dit zou je een dierenverhaal, maar ook een humoristisch verhaal kunnen noemen.

Slide 10 - Diapositive

Welke verhaalsoorten/genres zijn vaak fantasieverhalen?

Slide 11 - Question ouverte

Verhalen over vroeger
Verhalen die over vroeger gaan, spelen zich vaak af in de prehistorie of in de middeleeuwen of in de Tweede Wereldoorlog. 
In deze verhalen doen de personen andere dingen dan de personen in onze tijd doen. Ze praten anders met elkaar en gebruiken ander spullen.

Slide 12 - Diapositive

Hoofdpersonen
De hoofdpersoon is de belangrijkste persoon in een verhaal.
Van hem of haar kom je heel veel te weten:
  • wat voor karakter ze hebben: slim, jaloers, eigenwijs, enz;
  • hoe ze eruit zien: kleur haar, soort kleding, enz;
  • wat ze denken en voelen;
  • hoe ze met problemen omgaan.

Slide 13 - Diapositive

Karakter van personen
Als je het karakter van personen in verhalen wilt omschrijven, kun je bijvoorbeeld de volgende woorden gebruiken:
geduldig - ongeduldig
aardig - gemeen
slim - dom
gelukkig - ongelukkig
doorzetter - iemand die snel de moed opgeeft
netjes - slordig
verlegen - brutaal

Slide 14 - Diapositive

Uiterlijk van personen
Als je het uiterlijk van personen in verhalen wilt omschrijven, kun je denken aan:
  • kleur en lengte van het haar
  • soort kleding
  • huidskleur


Slide 15 - Diapositive

Schrijf een naam van een hoofdpersoon uit een boek, film of tv-serie op en omschrijf kort zijn/haar karakter en uiterlijk.

Slide 16 - Question ouverte

PERSPECTIEF

ik-perspectief

alwetende verteller

Slide 17 - Diapositive

Schrijf in je schrift op voor je eigen boek:

Fictie / Non Fictie
Genre
Perspectief
Tijd


Slide 18 - Diapositive