Woordenschat
1 / 13
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Een kaartje om ergens naar binnen te mogen. Vaak moet je ervoor betalen.
Slide 2 - Question ouverte
Wat je het mooist, fijnst of liefst vindt
A
Welp
B
Directeur
C
Favoriet
D
Indrukwekkend
Slide 3 - Quiz
Deze man is de ... van het circus
Slide 4 - Question ouverte
Een bord waarover je meer over een onderwerp kunt zien of lezen
iemand die altijd geluk heeft
De baas van een school of een bedrijf
het informatiebord
de geluksvogel
de directeur
het welpje
Slide 5 - Question de remorquage
Met een ... kan ik altijd naar binnen
A
controlestrook
B
abonnement
C
favoriet
D
indrukwekkend
Slide 6 - Quiz
een jong of een kind krijgen
A
baren
B
dierentransport
C
reptiel
D
territorium
Slide 7 - Quiz
Een dier dat kruipt en eieren legt, zoals hagedissen en krokodillen
Slide 8 - Question ouverte
Een dier dat melk drinkt bij zijn moeder
Slide 9 - Question ouverte
Het leefgebied van een dier. Het dier is daar de baas
A
reptiel
B
tropisch
C
territorium
D
uitsterven
Slide 10 - Quiz
Het verplaatsen van dieren door mensen
A
de oprichting
B
baren
C
territorium
D
dierentransport
Slide 11 - Quiz
Het moment waarop bijvoorbeeld een club of een dierentuin begint te bestaan
Slide 12 - Question ouverte
Wat geldt voor jou?
Ik ken de woorden al heel goed
Ik moet nog oefenen met de woorden
