Begrippen toets

MPEG
A
Standaard om video- en audio-data op te slaan.
B
Media plug edit game
C
Media plug
D
Music Play Edit
1 / 27
suivant
Slide 1: Quiz
Media, Vormgeving en ICTMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

MPEG
A
Standaard om video- en audio-data op te slaan.
B
Media plug edit game
C
Media plug
D
Music Play Edit

Slide 1 - Quiz

Hardware
A
De onderdelen van een computer die je kunt vasthouden
B
Onderdelen van een gebruiker
C
De onderdelen van een computer die je niet kunt vasthouden
D
Onderdelen van een niet gebruiker

Slide 2 - Quiz

Processor
A
Een complexe chip die de gebruiker kan lezen
B
Een complexe chip die de taken van de computer uitvoert.
C
Een besturingssysteem van een toetsenbord
D
Een besturingsysteem van een printer

Slide 3 - Quiz

Shapes
A
De symbolen die je in een proces tekent.
B
De afmetingen in een systeem
C
Afmetingen in een ontwerp
D
Hoe de ontwerper er is gekomen

Slide 4 - Quiz

DAB
A
Digitale anti base
B
Digitale base
C
Digitale radio
D
Desk base

Slide 5 - Quiz

Eindgebruiker
A
Een gebruiker die als laatste het onderdeel gebruikt.
B
Een gebruiker van een device. De gebruiker heeft wel ICT-kennis.
C
Een gebruiker die het einddeel ontwerpt
D
Een gebruiker van een device. De gebruiker heeft geen ICT-kennis.

Slide 6 - Quiz

Moederbord
A
Bord in het midden van het besturingssysteem
B
Een printplaat met elektronische schakelingen
C
Een printplaat dat kan communceren
D
Bord in het midden van de computer

Slide 7 - Quiz

Flowchart
A
Een tekening waarin het verloop van een proces of een programma wordt uitgetekend.
B
Een tekening die de flow naar het einddoel duidelijk maakt voor de gebruiker
C
Een flow die de gebruiker kan gebruiken om te communiceren met andere onderdelen
D
Onderdelen die samen met elkaar een flow maken

Slide 8 - Quiz

Besturingssysteem
A
Zorgt dat je een bepaalde richting op kan sturen
B
Zorgt ervoor dat de computer kan opstarten en de basisfuncties van de computer.
C
Systeem dat zorgt dat je een bepaalde richting op kan gaan
D
Daarmee bestuur je onderdelen net als een elektrische auto

Slide 9 - Quiz

Gebruikersvriendelijk

Slide 10 - Question ouverte

Image

Slide 11 - Question ouverte

Randapparatuur

Slide 12 - Question ouverte

Resolutie
A
Het aantal beeldpunten van een scherm in horizontale en verticale richting.
B
Het aantal punten op een foto
C
De grote van de foto of het beeldscherm
D
De grote van de afbeelding kan je zien aan dat de foto lelijker word

Slide 13 - Quiz

HDMI-aansluiting
A
Een kabel om verbinding te maken met internet
B
Een kabel om verbinding te maken met bluetooth
C
Manier om een beeldscherm juist niet aan een computer te verbinden
D
Manier om een beeldscherm aan een computer te verbinden

Slide 14 - Quiz

Displaypoort
A
Een kabel om verbinding te maken met internet
B
Een kabel om verbinding te maken met bluetooth
C
Manier om een beeldscherm juist niet aan een computer te verbinden
D
Manier om een beeldscherm aan een computer te verbinden

Slide 15 - Quiz

Dockingstation
A
Een plek waar je de controller van een gamecomputer kan opladen
B
Een plek om je laptop in te plaatsen om op een vaste werkplek te kunnen werken.
C
Manier om een beeldscherm aan een computer te verbinden.
D
Manier om verbinding te maken tussen toetsenbord en computer

Slide 16 - Quiz

Wat hoort niet bij ICT?
A
Opslaan van gegevens
B
Uitwisselen van Informatie
C
Communicatie
D
Technology

Slide 17 - Quiz

Waarop plaats je het werkende hart van de computer?
A
Systeemkast
B
Moederbord
C
Processor
D
Byte

Slide 18 - Quiz


A
Moederbord
B
Videokaart
C
Filmkaart
D
Geheugenopslag kaart

Slide 19 - Quiz

Wat is dit?

Slide 20 - Question ouverte

wat is dit?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is dit?
A
Moederbord
B
SSD
C
Ram-poort
D
Geheugenmodule

Slide 22 - Quiz

SSD
A
Beveiligingssoftware
B
Diskette station
C
Dataopslag op basis van geheugenchips
D
Slim Safe Disk

Slide 23 - Quiz

Wat zijn WEP en WPA en WPA2

Slide 24 - Question ouverte

Firewall

Slide 25 - Question ouverte

Switch
A
Een apparaat dat switch tussen verschillende elektronische apparatuur
B
Een apparaat wat een netwerk over meerdere apparaten verdeelt
C
Een apparaat dat verschillende elektronische apparatuur checkt
D
Een kabel die voor internetverbinding zorgt over meerdere apparaten

Slide 26 - Quiz

SSD

Slide 27 - Question ouverte