Hoe werkt een transistor?

Hoe werkt een transistor?

Doel van de les

Aan het einde van de les weet je hoe een transistor werkt en waarvoor het gebruikt wordt.

Dit is een belangrijke slide om het doel van de les te introduceren.

Wat weet je al over transistors?

Wat is een transistor?

Een transistor is een elektronisch apparaat dat gebruikt wordt om een elektrisch signaal te versterken of om te zetten van het ene type signaal naar het andere.

Gebruik deze slide om de definitie van een transistor te geven.

Hoe werkt een transistor?

Een transistor heeft drie delen: de emitter, de collector en de basis. Het signaal wordt naar de basis gestuurd, waardoor er een stroom door de emitter en collector gaat.

Gebruik deze slide om de werking van een transistor uit te leggen.

Soorten transistors

Er zijn twee soorten transistors: NPN en PNP. NPN-transistors hebben een negatief geladen laag tussen de emitter en collector, terwijl PNP-transistors een positief geladen laag hebben.

Gebruik deze slide om de verschillende soorten transistors uit te leggen.

Transistor als schakelaar

Een transistor kan ook gebruikt worden als schakelaar. Als er voldoende stroom naar de basis wordt gestuurd, gaat de transistor 'aan' en kan er stroom door de emitter en collector lopen. Als er geen stroom naar de basis wordt gestuurd, gaat de transistor 'uit' en kan er geen stroom lopen.

Gebruik deze slide om de toepassing van transistors als schakelaars uit te leggen.

Transistor als versterker

Een transistor kan ook gebruikt worden als versterker. Het signaal dat naar de basis wordt gestuurd, wordt versterkt in de emitter en collector.

Gebruik deze slide om de toepassing van transistors als versterkers uit te leggen.

Voor- en nadelen van transistors

Voordelen van transistors zijn onder andere dat ze klein, licht en betrouwbaar zijn. Nadelen zijn dat ze gevoelig zijn voor oververhitting en dat ze duurder zijn dan bijvoorbeeld relais.

Gebruik deze slide om de voor- en nadelen van transistors te bespreken.

Toepassingen van transistors

Transistors worden gebruikt in bijvoorbeeld versterkers, schakelaars en computers.

Gebruik deze slide om de verschillende toepassingen van transistors te bespreken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.