Week 3 BRUGKLASBOEKJE

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Persoonlijke gesprekken

Vervolg.

Schrijf twee namen op van een klasgenoot, waarvan jij denkt: Die kan mij vertegenwoordigen. 

Dat worden onze twee klassenvertegenwoordigers.

Welkom th1

Ga zitten volgens de plattegrond.

ML 3 Het Brugklasboekje

Leren organiseren

Kamer

Tas

Schrift

Kluisje

Boeken

Pauze = wisselen

MVBE

Agenda

Magister is niet alles.

PAPIEREN AGENDA = overzicht

ML 4:Concentreren kun je leren

pauzes

telefoon

hoelang leren

afwisselen

beloning

Onthoudt de cijferreeks op de volgende dia.

95728513403

Hoeveel vierkantjes tel je?

De afkorting LO staat voor:

1. gym
2. lichamelijke opvoeding
3. Leerling ondersteuning
4. Latijn

A en B boeken bewaar je:

1. In je kluisje
2. Thuis op 1 boekenplank
3. Thuis of verschillende planken
4. In je tas

Sport, verjaardagen, wedstrijden etc; schrijf je in je agenda

1. waar
2. niet waar

Als je thuis uit school komt ga je eerst:

1. Meteen huiswerk maken
2. 30 minuten pauze met wat drinken en dan huiswerk maken
3. slapen
4. relaxen tot je zin hebt in huiswerk

Tijdens het huiswerk maken las je om de .... minuten pauze in

1. 20
2. 30
3. 45
4. 60

Magister check ik:

1. Avond
2. Ochtend
3. Middag
4. antwoord A, B en C zijn goed

Als het opgegeven huiswerk niet in magister staat hoef je het ook niet te maken.

1. waar
2. niet waar

Je begint minstens .... dagen van te voren met leren voor een proefwerk.

1. 1
2. 2
3. 4
4. 5

Wat doe je tijdens een toets als je de vraag niet snapt.

1. vinger op steken
2. vraag overslaan
3. eerst de andere vragen maken
4. vraag het aan je buurman/vrouw

Na je Engels huiswerk is het verstandig meteen je Frans te maken.

1. waar
2. niet waar

Tijdens school heb je je mobiel....

1. in de mobiele tas
2. in je kluis
3. in je broekzak
4. in je rugzak

Wie worden de klassenvertegenwoordigers?

Plannen kun je ook leren

Dat moet je wel oefenen.

Huiswerk is anders plannen 

dan een toets. 

Aan de slag

Pak je werkboekje erbij

Ga naar de agenda.

Vul nu jouw huiswerk in

Gebruik afkortingen.

Waar zet je wat neer?

Hoe te plannen voor een toets?

H1 Lezen paragraaf 2,3,4

Je hebt de toets 7 oktober.

Wanneer begin je met je leren?

Wat ga je leren? 

Waar moet je op letten?