WOORDENSCHAT 22

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

woordenschat 22

2F

nomade

1. lid van een verboden motorclub
2. lid van een landelijk orgaan
3. lid van een rondzwervende herdersstam

delegeren

1. verwijderen
2. uitbesteden aan
3. organiseren

diffuus

1. verspreid, verstrooid
2. onduidelijk, vaag
3. zowel a als b

paradoxaal

1. tegenstrijdig
2. tandpasta
3. gekmakend

diagnose

1. zekerheid
2. vaststelling
3. filmprojector

ijveren

1. krachtig naar iets streven
2. helder over iets communiceren
3. iemand iets duidelijk maken

alternatief

1. andere oplossing
2. andere belanghebbende
3. andere mogelijkheid

fungeren

1. vertrouwen
2. dienst doen als
3. financieren

ambitieus

1. een tijdperk afsluitend
2. een grens trekken
3. een doel nastrevend

vermaard

1. beroemd
2. tegenstelling
3. onderscheidend

woordenschat 22

3F