Beroepscode

Beroepscode
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BeroepscodeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Beroepscode

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les
Aan het einde van de les:
Weet je waar je de beroepscode kunt vinden
Weet je hoe je de beroepscode kunt toepassen in de praktijk
Weet je wat wordt verstaan onder professionele standaard

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor wie is de beroepscode geschreven?
A
Verzorgenden
B
Verpleegkundigen
C
Verzorgenden en Verpleegkundigen
D
Zorgvrager

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beroepscode
A
Regels voor privacy
B
Een leidraad voor je handelen

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is de beroepscode een wet?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat staat er in een beroepscode?
A
Welke arbeids-omstandigheden wenselijk zijn.
B
Hoe het organogram van een onderwijsorganisatie werkt.
C
Welke wetten en regelgeving er op het beroep van toepassing zijn.
D
Hoe mensen zich binnen dat beroep in bepaalde situaties moet gedragen

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De beroepscode Verpleegkundigen en Verzorgenden
A
Is een richtinggevend document voor goed professioneel gedrag
B
Hierin staat in grote lijnen hoe je je dient te handelen in bepaalde situaties
C
A en B is goed

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen doel van een beroepscode?
A
Het geeft de waarden en normen van de beroepsgroep weer.
B
De beroepscode is een leidraad voor jouw handelen als professional
C
Het geeft de professionele standaard van de beroepsgroep weer.
D
Imago van de zorgorganisatie goed houden

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door wie is een beroepscode opgesteld?
A
Door de beroepsgroep
B
Door de overheid
C
Door je leraar
D
Door je werkgever

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van een beroepscode?
A
Bepaalde dingen geheim houden die je over een zorgvrager weet.
B
De woonkamer van een zorgvrager schoonmaken.
C
Een zorgvrager in een rolstoel helpen.
D
Signaleren van veranderingen in de gezondheidstoestand van een zorgvrager.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van beroepscode:
- De beroepscode geeft je waarden en normen van de beroepsgroep. 
              Hoe voer je het beroep op de juiste manier uit? 

- Waarden beschreven in de beroepscode voor een verzorgende/verpleegkundige:
Betrouwbaarheid, respect, eerlijkheid, rechtvaardigheid, niet schaden, respect voor de autonomie van de zorgvrager. 

Met de beroepscode wordt het  duidelijk wat anderen van jou als verzorgende/verpleegkundige mogen verwachten. 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De beroepscode:

- is een leidraad voor je professionele handelen. 

- geeft aanknopingspunten om te bepalen hoe je je professioneel gedraagt 

- biedt handvatten om in complexe situaties een weloverwogen beslissing te maken


Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Professionele standaard: 
Aantal algemene aanvaarde uitgangspunten in de beroepsuitoefening: 
- Kennis en vaardigheden
- Standaarden, richtlijnen en protocollen
- Wet - en regelgeving
- Uitspraken in tuchtrechtszaken 
- Richtlijnen van de inspectie
- Ethische uitgangspunten
- Standpunten, adviezen en handreikingen. 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wet- en regelgeving
De beroepscode is gemaakt tegen de achtergrond van: 
- De Nederlandse Grondwet (GW)
- Wet beroepen individuele gezondheidszorg (wet BIG) 
- Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO)
- Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg  (WVGGZ)
- Wet Zorg en dwang (WZD)
- Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg  (WKKGZ)
- Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beroepscode te vinden:

https://www.venvn.nl/thema-s/beroepscode/
Of
Beroepscode app 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht
Lees de inleiding van de beroepscode en het toegekende hoofstuk aandachtig door.
Bespreek het hoofdstuk van de beroepscode in de groep.
Geef een samenvatting aan je klasgenoten en koppel dit aan 2 praktijkvoorbeelden. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groep 1
Algemene punten met betrekking tot de beroepsuitoefening;

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groep 2
De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager;

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groep 3
De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot (in)formele samenwerkingspartners;

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Groep 4
De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de samenleving;

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er bedoeld met de volgende uitgangspunten van de beroepscode: 

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik op gestelde doelen:
Je weet waar je de beroepscode kunt vinden
Je weet hoe je de beroepscode kunt toepassen in de praktijk
Je weet wat wordt verstaan onder professionele standaard en hoe je hier zelf een onderdeel van bent. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.1
Als verpleegkundige/verzorgende oefen ik het beroep uit met het oog op het welzijn en de gezondheid van de zorgvrager. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2 
Als verpleegkundige/verzorgende handel ik bij de uitoefening van mijn beroep naar de normen, richtlijnen, protocollen, gedragsregels en eisen van zorgvuldigheid die invulling geven aan goed hulpverlenerschap 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3
Als verpleegkundige/verzorgende ben ik verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op mijn eigen handelen,
bejegening en gedrag als professional.

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.4 
Als verpleegkundige/verzorgende houd ik mijn kennis en vaardigheden voor het op verantwoorde en adequate
wijze uitoefenen van het beroep op peil.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.7
Als verpleegkundige/verzorgende draag ik bij aan een veilige zorgverlening 

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.8
Als verpleegkundige/ verzorgende houd ik in de beroepsuitoefening rekening met een verantwoorde verdeling van middelen.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.9
Als verpleegkundige/verzorgende zorg ik goed voor mezelf

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus 1
2. In de verstandelijk gehandicaptenzorg ontstaat er heel voorzichtig een persoonlijk contact tussen een zorgvrager en een verpleegkundige. De laatste verklaart dat ze ‘een klik’ hebben. 

Slide 31 - Diapositive

Artikelen: 2.4, 3.5, 3.7 en 3.8
Casus 2
3. De zorgvrager mevrouw H. stopt jou aan het einde dag van de dag 50 euro toe met de woorden: ‘Jij bent altijd zo lief voor mij! Alsjeblieft’ 


Slide 32 - Diapositive

Artikelen: 2.4, 3.5, 3.7 en 3.8
Casus 3
4. Mevrouw de Jong heeft om euthanasie gevraagd, en de arts heeft daarin toegestemd. De datum is gepland: overmorgen gaat het gebeuren. Jij hebt het er erg moeilijk mee. Je vindt euthanasie niet een goede keuze. Tegelijk weet je niet wat je met de situatie aan moet. 


Slide 33 - Diapositive

Artikelen: 1.3 en 2.5
Casus 4
5. Jouw collega ruikt soms echt naar alcohol. 



Slide 34 - Diapositive

Artikelen: 1.1., 1.2, 1.7, 1.9, 3.6, 3.7 en 3.8
Casus 5
6. De arts geeft jou de opdracht om een patiënt insuline te geven, volgens jou een veel te hoge dosis. Jij zegt dat tegen de arts. Hij zegt dat je het toch maar moet doen. Jij weet zo goed als zeker dat dit de patiënt eerder schade toe zal brengen, dan dat het goed zal doen.

Slide 35 - Diapositive

Artikelen: 1.2, 1.3, 1.5, 1.7, 2.5 en 3.6
Casus 6
7. Jij hoort op het journaal dat de minister fors wil bezuinigen op de ouderenzorg. Je hebt een gesprek met je collega’s, en je merkt dat iedereen boos is, want het gaat volgens jullie ten koste van de kwaliteit van zorg. 



Slide 36 - Diapositive

Artikelen: 2.3, 3.1, 3.7, 4.3 en 4.6
Casus 7
8. Je hebt het vermoeden dat je zorgvrager, meneer de Kort, door z’n mantelzorger, de buurman, bestolen wordt. Je hebt het idee dat zijn bankrekening leeg wordt gehaald.


Slide 37 - Diapositive

Artikelen: 1.7, 2.3, 3.6 en 4.4

Slide 38 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions