Unit 1 Possessive 's / ' of

 The possessive
oftewel
De bezits vorm in Engels:
als je wilt aangeven dat iets van iemand is
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

 The possessive
oftewel
De bezits vorm in Engels:
als je wilt aangeven dat iets van iemand is

Slide 1 - Diapositive

is dit een bezitsvorm?
She's a doctor.
A
Ja
B
Nee

Slide 2 - Quiz

Is dit een bezitsvorm:
John's car is French.

A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Possessive
                           She's a docter    vs.    John's car is French

Beide zinnen lijken hetzelfde maar dat zijn ze niet!

In de eerste zin 's  =  is
In de tweede in  's is possessive (bezits vorm)

Slide 4 - Diapositive

Possessive (bezit) 
In het Engels geef je bezit op 3 verschillende manieren aan:

's / ' / of

Maar wanneer gebruik je welke?

Slide 5 - Diapositive

The possessive 's 

Je gebruikt de  possessive 'S na namen van mensen / dieren om een bezit aan te geven


Mickey's ears are funny                                        (enkelv., 1 Mickey)
Alexis's room is beautiful                                    (enkelv., eindigt op -s)


Slide 6 - Diapositive

The possessive 's 

Je gebruikt de  possessive ' als meerdere mensen iets hebben.


The teachers' photos are funny.                      (meerv., )
The girls' shoes are beautiful.                           (meerv., eindigt op -s)


Slide 7 - Diapositive

The smell of the flowers
bloemen hebben iets, een geur.
bloemen zijn geen personen.
dus geen 's / '
gebruik of

Slide 8 - Diapositive

Possessive  's: Drag the sentence to is if 's = is
Drag the sentence to possessive if 's = possessive
is
Possessive
My name's Jenny.
My father's name is Bob
He's a doctor
 My mother's name is Karen
 She's Italian.
 My sister's a student. 
My brother's name is Jack.
 My dog's favourite food is steak.

Slide 9 - Question de remorquage

Choose the correct form of possessive:
_________ was not expensive.
A
My sisters' car
B
The car of my sister
C
The car of sister
D
My sister's car

Slide 10 - Quiz

Choose the correct form of possessive:
Berlin is ….. favorite city
A
my mother's
B
my mother
C
my mothers'
D
my mothers

Slide 11 - Quiz

Tom heeft een hond
A
Tom his dog
B
Tom's dog
C
The dog of Tom
D
Toms dog

Slide 12 - Quiz

De auto heeft een kleur
A
The colour of the car
B
The car's colour
C
The colour from the car
D
The cars' colour

Slide 13 - Quiz

Charles heeft een pizza
A
The pizza of Charles
B
Charles pizza
C
Charles' pizza
D
Charles's pizza

Slide 14 - Quiz

de jongen heeft een tas
A
The bag of the boy
B
The boys bag
C
The boy's bag
D
The boys' bag

Slide 15 - Quiz

de jongens hebben tassen
A
The bags of the boys
B
The boys bags
C
The boy's bags
D
The boys' bags

Slide 16 - Quiz

De kerk heeft een raam
A
The church of the window
B
The window of the church
C
The church's window
D
The churchs' window

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive