6.4 + 6.5 hv1

6.4 + 6.5 hv1
1. Leg uit welke wereldlijke macht de bisschop had.
2. Leg uit waardoor de macht van de bisschop verzwakten.
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

6.4 + 6.5 hv1
1. Leg uit welke wereldlijke macht de bisschop had.
2. Leg uit waardoor de macht van de bisschop verzwakten.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
- Huiswerk Check 
- Uitleg leerdoelen
- Huiswerk woensdag/vrijdag = leren!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meer macht voor de bisschop
Bisschoppen waren celibaat
gevolg 
Koning wilden dat de bisschoppen leenheren werden

Celibaat
Is als een geestelijke (priester, bisschop, monnik of paus) niet mocht trouwen en geen kinderen mocht krijgen. Geen seks dus!
Waarom?
Als een bisschop een leenman was dan had de leenheer de garantie dat deze leenman geen erfgenamen kregen. Iedere keer als een geestelijke dood ging kon de leenheer zelf een nieuwe aanwijzen.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sticht onder druk
Bisschoppen hadden geen leger, leenmannen wel.
Land van het sticht werd ingepikt door leenmannen. Leenheer hielp niet. 
Sticht
Is het stuk land die een geestelijke heeft gekregen van de koning (leenheer).

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Investituurstrijd 
Een strijd tussen koning en paus.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was de investituurstrijd?
A
Strijd tussen ridders om te laten zien wie het sterkste was
B
Strijd tussen koningen om een groot stuk land
C
Strijd tussen de koning en de paus over de bisschoppen
D
Geen van alle antwoorden

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft de investituurstrijd gewonnen?
A
De paus
B
De Duitse koning

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Stadsrechten

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuur van de stad
Schout + schepen spraken recht in de schepenbank

Gevolg

                     Macht van de bisschop nam af

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gilde
Een vereniging van mensen met hetzelfde ambacht heet een gilde.
Elke ambacht had zijn eigen gilde.
Bijvoorbeeld het timmermansgilde

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gilden
Ook binnen steden waren er afspraken over handel. 
Elke stad had meerdere gilden.  
Je mocht pas een ambacht uitoefenen als je lid was van een gilde.
Elk gilde zorgde voor:

  • Regels over prijs en kwaliteit van de producten.
  • Opleiding van ambachtslieden.
  • Familiezorg als een gildelid ziek werd of stierf.

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gilde
De baas van het gilde heet de gildemeester.
De gildemeesters zijn rijke kooplieden.
Zij zitten ook vaak in de vroedschap van een stad. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:10
Wat is aderlaten
A
Een ader (slang) laten gaan
B
Een ader (slang) iemand laten bijten
C
Een bloedvat opensnijden en slecht bloed laten weglopen
D
Een bloedvat dichtmaken met een ader (slang)

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Herken jij het juiste gilde?
Sleep het juist beroep naar de juiste afbeelding
Schoenmakers-gilde
Slagers-gilde
Bakkers-gilde
Kleermakers-gilde

Slide 15 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voordeel en wat is een nadeel van een gilde? Sleep de vakjes
Voordeel van een gilde
Nadeel van een gilde
Het vak is beschermd tegen nieuwelingen
Geen concurrentie
Geen nieuwe producten
Het gilde zorgt voor elkaar
Overal is hetzelfde te koop
Geen concurrentie

Slide 16 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraken over de gilden zijn juist? 
Sleep deze naar het vakje juist en sleep de overige naar het vakje onjuist.
juist
onjuist
Het gilde controleerde de kwaliteit van de producten.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde ziek was.
Het gilde had niets te zeggen over de prijs van de producten.
De leden van het gilde hielpen elkaar als een lid van het gilde doodging.
Het gilde vervulde geen rol in het opleiden van nieuwe ambachtslieden.

Slide 17 - Question de remorquage

Bij elke fout ééń punt aftrek.
Dus 5 goed is 2 punten.
4 goed is 1 punt.
3 of minder goed is 0 punten.