2.3 Het budgetplan

2.3 Aanvullende inkomsten
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.3 Aanvullende inkomsten

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling begrippen 2.2
  • Uitleg begrippen 2.3 

Slide 2 - Diapositive

Begrippen 2.2
  • Rente
  • Huur
  • Pacht
  • Aandeel
  • Dividend
  • Koers 

Slide 3 - Diapositive

2.3 Kennen / kunnen
Begrippen
  • Studiefinanciering
  • Huurtoeslag
  • Kinderbijslag
  • Zorgtoeslag
  • Bijstand
  • Sociaal minimum

Slide 4 - Diapositive

Studiefinanciering MBO
uitwonend
thuiswonend
basisbeurs
€ 273,17
83,70
aanvullend
€ 366,50
€ 344,40
Lening
mogelijk
mogelijk

Slide 5 - Diapositive

Huurtoeslag
Huurtoeslag is een financiële bijdrage van de overheid waarmee je een deel van de huur kunt betalen.

Om huurtoeslag te krijgen, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen (persoonlijke situatie, huurprijs, inkomen en spaargeld).

Slide 6 - Diapositive

Kinderbijslag 
  • De overheid geeft de ouders/ verzorgers van kinderen kinderbijslag. 
  • Kinderbijslag is inkomen zonder tegenprestatie en wordt per kwartaal uitbetaald (= 4x per jaar).
  • Hoogte van de kinderbijslag is afhankelijk van leeftijd en aantal kinderen. 

Slide 7 - Diapositive

Zorgtoeslag

Mensen met een laag inkomen kunnen zorgtoeslag krijgen. Zorgtoeslag ontvang je om de kosten van je zorgverzekering te betalen. Vanaf 18 jaar betaal je je zorgverzekering.






Slide 8 - Diapositive

Bijstand
- Is geld wat je krijgt van de overheid.
- Is voor gezinnen met inkomsten beneden het sociaal minimum.

Slide 9 - Diapositive

Sociaal minimum
In Nederland krijgt iedereen het sociaal minimum. 
Dit is het geldbedrag wat je minimaal moet hebben om te leven.

Als je onder het sociaal minimum zit, dan wordt het aangevuld met een bijstandsuitkering.

Slide 10 - Diapositive

Eindvragen
Wat betekenen de volgende begrippen?

-studiefinanciering
-huurtoeslag
-kinderbijslag
-zorgtoeslag
-bijstand

Slide 11 - Diapositive

De kinderbijslag is afhankelijk van:
A
Aantal kinderen
B
Leeftijd van de kinderen
C
Inkomen ouders
D
Leeftijd ouders

Slide 12 - Quiz

De bijstandsuitkering stopt als je weer voldoende inkomen hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Huurtoeslag en zorgtoeslag is voor iedereen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Huurtoeslag
A
Is een extra bedrag dat je moet betalen als je veel geld hebt
B
Is een bedrag dat je ontvangt als je de huur moeilijk zelf kan betalen

Slide 15 - Quiz

Een zorgtoeslag krijg je
A
Bij een laag inkomen
B
Bij een laag vermogen
C
Iedere Nederlander die 18 jaar of ouder is
D
Bij een laag vermogen en een laag inkomen

Slide 16 - Quiz