quiz werkwoordspelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling 

(even herhalen)

Quizzzz

Ik ben benieuwd hoe lang hij het hier (uithouden).

1. uithoud
2. uithoudt

Zij (beoordelen) de gebeurtenis niet erg objectief.

1. beoordeeld
2. beoordeelt
3. beoordeeldt

(Worden) je nog opgenomen in de selectie van het eerste elftal?

1. Word
2. Wort
3. Wordt

Ik ben in 2009 (verhuizen) van Arnhem naar Amsterdam.

1. verhuisd
2. verhuist
3. verhuisdt

In de middeleeuwen (sterven) de mensen op veel jongere leeftijd.

1. storven
2. sterften
3. sterfden
4. stierven

(Beantwoorden) hij zijn mail altijd pas na twee weken?

1. Beantwoord
2. Beantwoordt

Het (gebeuren) de laatste tijd steeds vaker, dat er dingen worden vernield.

1. gebeurd
2. gebeurt
3. gebeurdt

(Branden) je handen niet aan de bbq!

1. brand
2. brant
3. brandt

Hij zat in de hoek waar hij wel vaker (uitrusten) na een rondje hiba.

1. uitrustte
2. uitruste
3. uitrusten

(Vinden) je leraar het goed dat je met je iPhone speelt tijdens de les?

1. Vind
2. Vint
3. Vindt

Hij (geloven) niet dat dat mogelijk is met de nieuwste drone.

1. geloofd
2. gelooft
3. geloofdt

Hij heeft al eerder op het circuit van Zandvoort (racen).

1. geracet
2. geraced
3. geract
4. gereest

De (vergroten) foto's laten de oorzaak van het ongeluk duidelijk zien.

1. vergrote
2. vergrootte
3. vergrootten

Als je hem (ondervragen), moet je hem wel recht aankijken.

1. ondervraagd
2. ondervraagt
3. ondervraagdt

De afgelopen wedstrijden (ontaarden) in vechtpartijen, waardoor enkele spelers nu zijn gediskwalificeerd.

1. ontaarde
2. ontaardden
3. ontaarden
4. ontaardde

De hondenpoep (verspreiden) een vreselijke geur in de hal. (vt)

1. verspreide
2. verspreidde
3. verspreiden

De afgelopen weken (besteden) we op school veel tijd aan werkwoordspelling.

1. besteden
2. besteede
3. besteedden
4. besteeden

Ik heb jou gisteren dat bestand al
(e-mailen) hoor.

1. ge-e-maild
2. ge-e-mailt
3. geëmaild
4. geëmailt

Weet je wel wat het (betekenen) als je werkwoordspelling echt beheerst!

1. betekend
2. betekent
3. betekende
4. betekente