LEs Regelkringen, Hormonen, Zenuwstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

OEFENEN

THEMA 4 opdr 14-16 

THEMA 5 opdr 9-11

THEMA 6 opdr 10-14 (hormonen)

Doe eerst een deel uit thema 4,5, en 6 net gelijk alles uit 1 thema.

kijk pas naar de antwoorden als je zeker denkt te weten dat je antwoord goed is. Tot die tijd: bestudeer de theorie, vraag hulp

terugkoppeling

negatieve terugkoppeling:

stijging van 'iets' zorgt automatisch voor een daling

én andersom

schematiseren: interactieschema

negatieve terugkoppeling

(dynamisch) evenwicht

HOMEOSTASE

dynamisch evenwicht

statisch evenwicht

HORMONEN

algemene werking hormonen

Endocriene klieren

Endo: binnen

Afgeven aan bloed

Exocriene klieren

Exo: buiten

Afgegeven aan afvoerbuis

vul in bij de nummers

- Stimuleert opname glucose

- Alvleesklier

- Lever

- Glucose

- Glycogeen

- Insuline

-bloedsuiker daalt

In de alvleesklier liggen de eilandjes van langerhans, dit zijn groepjes cellen, waarvan een deel insuline produceert. Onder andere de lever heeft receptoren voor insuline. In reactie op deze stof nemen levercellen glucose op uit het bloed en zetten ze glucose om in glycogeen.

Eilandje van langerhans

Lever

hormoonklier

doelorgaan

Endocrien weefsel

exocrien weefsel

Schildklierhormoon

negatieve terugkoppeling?

hypothalamus: verbinding zenuwstelsel en hormoonstelstel (RH's)

temperatuurregulatie (87B, 89)

verklaar dat een patiënt met een te lage gevoeligheid voor TSH het vaak koud heeft.

overige hormonen

EPO

ADH

Regulatie zenuwstelsel

normaal: zintuig tot reactie

(ortho)sympathisch / parasympathisch

reflexboog

prikkel

zintuig

bewustwording

Reactie

Prikkel

Reactie

Zet de onderstaande woorden in de juiste volgorde. Welke weg gaat de prikkel tot bewustwording en reactie.

Zintuig

Bewustwording

Impuls terug via schakelzenuwcel

Gevoelszenuwcel

Bewegingszenuwcel

Spier/klier

Impuls

Schakelzenuwcel

Een impuls wordt overgedragen van cel op cel. Welke cellen kunnen dit zijn?

I - motorische zenuwcel op spiercel
II - schakelcel op schakelcel
III - motorische zenuwcel op schakelcel
IV - schakelcel op sensorische zenuwcel

1. I en II
2. II en III
3. III en IV
4. I en IV

parasympathisch / orthosympathisch

Na het hardlopen gaat een man thuis bij de televisie zitten en valt in slaap.

Heeft één van de beide delen van het autonome zenuwstelsel tijdens het slapen een grotere invloed op het functioneren van het ademhalingsstelsel en het bloedvatenstelsel dan tijdens het hardlopen?

1. Nee, de invloed van beide delen is tijdens het slapen en tijdens het trimmen gelijk.
2. Ja, tijdens het slapen heeft het orthosympathische deel een grotere invloed.
3. Ja, tijdens het slapen heeft het parasympathische deel een grotere invloed

Reflexboog

Is in een refelxboog sprake van negatieve terugkoppeling? Leg uit waarom wel/niet.

OEFENEN

THEMA 4 opdr 14-16 

THEMA 5 opdr 9-11

THEMA 6 opdr 10-14 (hormonen)

Doe eerst een deel uit thema 4,5, en 6 net gelijk alles uit 1 thema.

kijk pas naar de antwoorden als je zeker denkt te weten dat je antwoord goed is. Tot die tijd: bestudeer de theorie, vraag hulp