Thema 2 - De toekomst

zullen en zouden
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2WOStudiejaar 6

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

zullen en zouden

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

maak een zin met 'elkaar tegenkomen'.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor 'inderdaad'?
A
succes
B
toevallig
C
precies
D
binnenkort

Slide 4 - Quiz

maak een zin met 'binnenkort'.

Slide 5 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor 'ervaring'?
A
succes
B
belevenis
C
stage
D
bevallen

Slide 6 - Quiz

toevallig
prettig vinden
wrijf het er maar in
verslag
succes
vriend
laatste nieuws vertellen
praktijk
onverwacht
bijpraten
bevallen
stage
geluk
rapport
maatje
cynisch bedoeld

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Imperfectum - de verleden tijd

Slide 9 - Diapositive

zal
voorstel doen
ik
zullen
we
+ infinitief
Zullen we weer eens een keer iets afspreken?

Slide 10 - Diapositive

zal
praten over sterke voornemens
ik
zullen
we
+ infinitief
Ik zal dat examen halen.

Slide 11 - Diapositive

ik
ga
praten over 
alledaagse dingen
+ infinitief
je
gaat
hij, zij, het
gaat
wij, jullie, zij
gaan
Ik ga woensdag mijn huiswerk maken.
futurum
We gaan het huis verbouwen.

Slide 12 - Diapositive

zou(den)
Beleefde vraag
willen
mogen
kunnen
infinitief
Zou je de deur dicht willen doen?

Slide 13 - Diapositive

Het weer

Slide 14 - Diapositive

Beleefde vraag
voorbeeld
bank: geld wisselen
Zou ik dit geld kunnen wisselen?
vliegveld: 
op de koffers letten
vvv: 
plattegrond kopen
museum: 
audiogids huren
hotel: 
taxi bellen
hotel: 
hond meenemen

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

de afwas
A
bestellen
B
doen
C
maken
D
nemen

Slide 17 - Quiz

een pizza
A
bestellen
B
doen
C
voorspellen
D
nemen

Slide 18 - Quiz

plannen
A
maken
B
voeren
C
voorspellen
D
nemen

Slide 19 - Quiz

boodschappen
A
nemen
B
maken
C
doen
D
waarmaken

Slide 20 - Quiz

de bus
A
nemen
B
maken
C
bestellen
D
waarmaken

Slide 21 - Quiz

een beslissing
A
nemen
B
maken
C
doen
D
waarmaken

Slide 22 - Quiz

een douche
A
nemen
B
maken
C
doen
D
waarmaken

Slide 23 - Quiz

actie
A
doen
B
voeren
C
nemen
D
voorspellen

Slide 24 - Quiz

de toekomst
A
waarmaken
B
maken
C
voorspellen
D
bestellen

Slide 25 - Quiz

je dromen
A
waarmaken
B
maken
C
voorspellen
D
bestellen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Diapositive

wachten
op de hoogte zijn
bang zijn
denken

zich verheugen

zich voorbereiden

stemmen
waarschuwen
zich zorgen maken
verlangen
van
over
voor
op
op
op
op
voor
naar
aan

Slide 28 - Question de remorquage