Stijlfiguren, S.O, woordenschat en dialoog

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek

Welkom havo 3
timer
1:30
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
timer
10:00
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Op tafel:
  • laptop
  • map
  • pen
  • Oefenboek

Welkom havo 3
timer
1:30
  • Jas uit en over je stoel. 
  • Tas van tafel.
  • Oortjes en telefoon in je tas. 
timer
10:00

Slide 1 - Diapositive

Regels les
- Als ik spreek, is het stil
- Steek je hand op als je iets wil vragen
- We luisteren naar elkaar
- We respecteren elkaars leerproces
! Actieve Werkhouding!

Slide 2 - Diapositive

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
A, B, C, D (E,) F 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 14-19 
Verhalen - Plot en andere literaire begrippen hst 8-10 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, B, C, D, (E), F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 14-19 
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Slide 3 - Diapositive

Vandaag: 
  • Numo of boek lezen (al gedaan)
  • S.O
  • Stijlfiguren
  • Woordenschat
  • Liedje vertalen (tijd over)

Slide 4 - Diapositive

Aan het einde van de les
- Heb je een S.O gemaakt
- Heb je je gewerkt aan je woordenschat
- Heb je aan je Numo gezeten
- Heb je een liedje 'vertaald' naar een Nederlands gedicht
- Heb je geoefend met stijlfiguren

Slide 5 - Diapositive

Periode 2 
Oefenboek
Handboek 
Hst 2 Fictie en werkelijkheid 
AC, D, F 
Taal en Cultuur - Verhalen hst 12
Taalgebruik- hst 19: contaminatie, lange zinnen.
Verhalen - hst 8-10: Plot en andere literaire begrippen 
Hst 5 Vermaken & ontroeren 
A, C, (E), F
Taal & Cultuur - Humor en spot hst 15
Verhalen en gedichten - Beeldspraak hst 16 
Taalgebruik- hst 18: paradox, retorische vraag, hyperbool, repetitio, drieslag
Werkwoordspelling B
Hoofdletters en leestekens D
Taalverzorging - Werkwoordspelling hst 5 
Taalverzorging -  Hoofdletters en Leestekens - hst 8, 9

Planning periode 2

Slide 6 - Diapositive

1. Paradox
Een zogenaamde tegenstelling.
Voorbeeld:

Winkelmedewerker tegen kinderen:
"Kalm aan, en snel een beetje!"
Of
Je moet eerst verliezen om te winnen.





Slide 7 - Diapositive

2. Retorische vraag
 Een vraag waarbij het niet de bedoeling is dat iemand antwoord geeft.

Bijvoorbeeld:

Docent: "Hoe vaak moet ik nu nog zeggen dat je niet door me heen moet praten?"


Slide 8 - Diapositive

3. Hyperbool
Een sterke overdrijving
Bijvoorbeeld: 

Ik heb eeuwen op je staan wachten.

Mijn zusje huilt een zwembad vol tranen om haar lage toetscijfer. 


Slide 9 - Diapositive

4. Repetitio
Een herhaling van een woord of woordgroep.
Bijvoorbeeld:

Om een marathon te kunnen lopen moet je trainen, trainen en nog eens trainen. 

In de zomer naar het hete Italië? Heet!

Slide 10 - Diapositive

5. Drieslag
Een opsomming van minstens drie verschillende elementen.
Bijvoorbeeld:

Ik voel me ziek, zwak en misselijk.
We hebben gelachen, gedanst en genoten.

Slide 11 - Diapositive

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.

2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?

3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.

4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.

5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!

6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.

7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!


Welke? Zo antwoorden bespreken
timer
3:00

Slide 12 - Diapositive

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
  • paradox
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
  • retorische vraag
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
  • hyperbool
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
  • paradox
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
  • repetitio
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
  • drieslag
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!
  • repetitio 

Welke? Zo antwoorden bespreken

Slide 13 - Diapositive

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

8. De enige constante is verandering.
9. We hebben gewerkt, gestreden en uiteindelijk gewonnen.
10. Wat zou jij doen als je alles had wat je wilde?
11. Ik heb je al honderd keer gezegd dat je dat moet doen!
12. Ik wil je nu, ik wil je altijd!
13. Deze tas weegt tonnen!
14. Ze is mooi, slim en charmant.


timer
6:00
Kies uit: 
  • paradox
  • retorische vraag

  • hyperbool
  • repetitio
  • drieslag
Schrijf de antwoorden in je schrift.

Slide 14 - Diapositive

1. Hoe meer ik weet, hoe minder ik begrijp.
2. Zou je niet willen dat het altijd zo mooi weer is?
3. Het duurde jaren voordat ik de stad had bereikt.
4. In de stilte hoor je de meeste antwoorden.
5. Ik ben echt, echt blij met dit resultaat!
6. Hij is intelligent, geduldig en vastberaden.
7. We moeten nu actie ondernemen, nu is het tijd voor actie!

8. De enige constante is verandering
  • paradox
9. We hebben gewerkt, gestreden en uiteindelijk gewonnen.
  • drieslag
10. Wat zou jij doen als je alles had wat je wilde?
  • retorische vraag
11. Ik heb je al honderd keer gezegd dat je dat moet doen!
  • hyperbool
12. Ik wil je nu, ik wil je altijd!
  • repetitio
13. Deze tas weegt tonnen!
  • hyperbool
14. Ze is mooi, slim en charmant.
  • drieslag

Antwoorden bespreken

Slide 15 - Diapositive

S.O periode 2
- Ga naar testfox en maak de toets 
- De toets telt niet mee
- Je mag je boek gebruiken
- Je werkt in STILTE en kijkt je werk zelf na 
- Wat ging goed en wat vind je moeilijk?
timer
20:00
timer
8:00

Slide 16 - Diapositive

Woordenschat
Opdracht 1 hfst 2 F (ik doe er eentje voor)
klaar?
Opdracht 1 hfst 5 F
Fluisteren mag
Je kijkt het zelf na
timer
8:00

Slide 17 - Diapositive

Opdr 1 Hfst 2 F
a. corvee                        f. bijspijkeren  
b. portretteren            g. afstandelijk
c. nederzetting           h. maniakaal
d. intact                          i. een glimp opvangen van iets
e. onderstrepen

Slide 18 - Diapositive

Opdr 1 Hfst 5 F
a. ritueel                      f. werktuig
b. verrichten              g. miserabel
c. snob                          h. capituleren
d. spiritueel
e. ontlenen aan

Slide 19 - Diapositive

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 20 - Diapositive

Wat is een dialoog?

-Een dialoog is een gesproken of geschreven gesprek tussen twee of meer personen.
 Bij een monoloog is er één persoon aan het woord, met of zonder luisteraars (bijv. een toespraak of voice-over).





Slide 21 - Diapositive

??????????????????????????????

Slide 22 - Diapositive

dialoog                monoloog

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Dialoog Hoefnagels
- Hoe loopt dit af?
- Maak in tweetallen een dialoog
- Wie is de docent en wie de leerling?
- Overleg op FLUISTERtoon
- Wie gaat er als eerste? 
timer
5:00

Slide 25 - Diapositive

Liedje vertalen naar een Nederlands gedicht
- We gaan luisteren naar een liedje in het Arabisch.
- Ik geef een zin uit het liedje in het Arabisch
- Je vertaalt het naar het Nederlands
- Je maakt de zin 'mooier' zodat het een versregel is
- Tijd over? We maken er een heel gedicht van!

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

Voorbeeld 1 - Arabische tekst
مشوار طويل
إنسان بسيط مش عايز كثير أنا
فديتك عمري لو حبيتيني
كل فلوس الدنيا ما تكفيني
لو حبك ناقص

Slide 28 - Diapositive

Voorbeeld 1 - Letterlijke vertaling
Een simpele mens
Ik wil niet veel, ik
Zou mijn leven voor je geven als je van me houdt
Al het geld ter wereld is niet genoeg voor mij
Als jouw liefde tekortschiet

Slide 29 - Diapositive

Voorbeeld 1 - Nederlands gedicht
Mijn gedachten zijn eenvoudig 
Mijn hart wil niet veel
Hou van me zodat ik mijn leven aan je kan wijden
Alle rijkdom van de wereld kan mij niet verleiden
Zonder jouw liefde

Slide 30 - Diapositive

Aan het einde van de les
- Heb je een S.O gemaakt
- Heb je je gewerkt aan je woordenschat
- Heb je aan je Numo gezeten
- Heb je een liedje 'vertaald' naar een Nederlands gedicht
- Heb je geoefend met stijlfiguren

Slide 31 - Diapositive

Wat is het belangrijkste wat je vandaag hebt geleerd?

Slide 32 - Question ouverte

Volgende keer
- Alle stof herhalen
- Literatuur/leesboek
- Dictee

Slide 33 - Diapositive