Fictie opdr 1 tm 4 (les 1/1)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

BLOK 1 - Fictie 

Lesdoelen

Na deze les

- Kun je benoemen wat het verschil is tussen fictie en non-fictie

- Heb je het verhaal  'een vakantie van niks' gelezen. 

- Kun je vragen over het verhaal beantwoorden. 

Wat is 'fictie'?

Wat is 'non-fictie'?

Lezen

Een vakantie van niks!

Pak je boek op blz 9

Lees het verhaal. 

Klaar? Even wachten, dan gaan we het zo bespreken. 

Wie zijn de hoofdpersonen in dit verhaal?

Het verhaal geeft meer dan één aanwijzing over de tijd van het jaar waarin het zich afspeelt. Welke aanwijzingen worden bedoeld?

Waar spelen de gebeurtenissen zich precies af?

Bespreken:

Wat is er volgens jou gebeurd met Veerle?
Noem voorbeelden.

Het verhaal bestaat uit twee delen. Voor en na het schuingedrukte stukje. Hoeveel tijd zit daartussen?

Zeg met andere woorden wat deze zin betekent.
‘Alle vrolijkheid en drukte is verstomd.’ (regel 29)

Zeg met andere woorden wat deze zin betekent.
‘Even later ziet hij hoe Joost en Veerle zich losmaken uit de groep …’ (regel 18)

Bespreken

Hoe verwacht je dat dit verhaal verdergaat?

Vind jij de gebeurtenissen herkenbaar?

Zou je het boek willen lezen?

Huiswerk!

Wat verwacht ik van jullie?

- Werk in je schrift. 

- Werk netjes. Je antwoorden moeten leesbaar zijn. 

- Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een leesteken. 

- Je maakt volledige antwoordzinnen. Dus een zin begint nooit met 'omdat' of 'want'. 

Huiswerk

Maak opdracht 2 tm 4

blz 15 en 16 in je boek. 

Dit is huiswerk voor de volgende les.

Werk netjes!