3THo - woordenschat les 5

Welkom 3THo
Pak je leesboek.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom 3THo
Pak je leesboek.

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • Lezen
  • Verder met H2 Woordenschat

Slide 2 - Diapositive

H2 Woordenschat
Hyperbool, understatement, eufenisme

Slide 3 - Diapositive

Bespreken huiswerk
Eerst: controle met het rad


Slide 4 - Diapositive

Opdracht 2
1 honderd keer – hyperbool
2 Hij kwam, hij zag, hij overwon – drieslag
3 een volslank figuur – eufemisme
4 geen leren laarzen, geen boots, geen sneakers, maar een paar pantoffels – omgekeerde climax
5 Te weinig om te leven, maar te veel om te sterven – tegenstelling
6 We moeten er nog wel wat aan doen – understatement
7 goed, beter, uitmuntend – climax
8 een zee van – hyperbool

Slide 5 - Diapositive

Pak je laptop
En doe mee met LessonUp

Slide 6 - Diapositive

Ik heb dag en nacht op je gewacht!
Hij zou hemel en aarde bewegen voor me!
Klaas en Pietje hebben zich kapot gelachen.

Iets heel erg overdrijven, zodat het duidelijk wordt wat je wilt benoemen.

hyperbool (net als het wiskundige figuur)
Hyperbool

Slide 7 - Diapositive

Hij gaat heel creatief met de waarheid om.
Het plussize model heeft een volslank figuur.
Ik moet even naar het kleinste kamertje.
Het konijn heeft een aanvaring met een vrachtwagen gehad. 

Iets 'zachter' zeggen, zodat de boodschap minder hard overkomt. 

Eufemisme
Eufemisme

Slide 8 - Diapositive

Lieke martens kan wel een aardig balletje trappen
We hebben een klein optrekje gekocht (als het een kast van een huis is).

Iets juist heel erg afzwakken (minder belangrijk maken) dan het is, om het juist te benadrukken.

Understatement
Understatement

Slide 9 - Diapositive

Wat is het verschil tussen een eufemisme en understatement?

*Bij een understatement zwak je de boodschap af, en dit werkt versterkend: Mijn wortelkanaalbehandeling was een beetje vervelend.
*Bij een eufemisme wil je de boodschap minder pijnlijk maken, de inhoud verandert niet, alleen de stijl: Onze hond is heengegaan. 

Slide 10 - Diapositive

Welke stijlfiguren kennen we nu?
- Tegenstelling
- Herhaling 
- Opsomming
- Understatement 
- Eufemisme
- Tegenstelling 

Slide 11 - Diapositive

Een woord, zinsdeel of hele zin wordt een paar keer herhaald.
Hele sterke overdrijving.
Leven en dood worden bijv. gecombineerd, zodat ze meer opvallen.
Woorden worden opgesomd.
Ernstige of grote zaken worden als minder ernstig of minder groot voorgesteld.
Een verzachtende of verbloemende uitdrukking die gebruikt wordt in plaats van iets wat ruw of kwetsend gevoeld kan worden.
Opsomming

Herhaling
Hyperbool
Understatement
Eufemisme
Tegenstelling

Slide 12 - Question de remorquage

Hij dealt al jaren in drugs en heeft daar wel wat centjes mee verdiend.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme
D
Tegenstelling

Slide 13 - Quiz

Zij is honderd euro verloren op straat. Dat is niet zo slim van haar.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Opsomming
D
Eufemisme

Slide 14 - Quiz

Altijd november, altijd regen.
Altijd dit lege hart, altijd.

J.C. Bloem - November
A
opsomming
B
eufemisme
C
hyperbool
D
herhaling

Slide 15 - Quiz

Wat ben jij een miezerig, vervelend, irritant, misselijk ventje.


A
understatement
B
tegenstelling
C
opsomming
D
eufemisme

Slide 16 - Quiz


Ik heb voor goed geld slechte spullen gekocht.

A
opsomming
B
tegenstelling
C
hyperbool
D
understatement

Slide 17 - Quiz


De directeur heeft een leuk salarisje.

A
herhaling
B
eufemisme
C
understatement
D
opsomming

Slide 18 - Quiz


Deze wijk heeft te maken met probleemjongeren.
A
understatement
B
hyperbool
C
opsomming
D
eufemisme

Slide 19 - Quiz


De regen viel met bakken uit de lucht.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme
D
herhaling

Slide 20 - Quiz


Geld, ja, geld is het enige wat hem bezig houdt.
A
herhaling
B
tegenstelling
C
eufemisme
D
hyperbool

Slide 21 - Quiz

We kopen wijn, kaas en brood.
A
herhaling
B
opsomming
C
tegenstelling
D
hyperbool

Slide 22 - Quiz

We verzuipen in het werk
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme

Slide 23 - Quiz

Ik heb je nu al voor de honderdste keer gewaarschuwd.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme

Slide 24 - Quiz

In de vakantie is in ons huis ongewenst bezoek geweest.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 25 - Quiz

De hond doet zijn behoefte altijd bij ons voor de deur.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme

Slide 26 - Quiz

Na de gymles kwamen we met onze tong op de schoenen bij Engels aan.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme

Slide 27 - Quiz

Ik zit tussen twee banen.
A
hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 28 - Quiz

Voor welk woord is 'tussen twee banen' een eufemisme?

Slide 29 - Question ouverte

Het gaat slecht met het bedrijf en de directie gaat reorganiseren.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme

Slide 30 - Quiz

Hij heeft een glaasje te veel op.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme

Slide 31 - Quiz

Ik heb van de zenuwen geen oog dicht gedaan.
A
understatement
B
hyperbool
C
eufemisme

Slide 32 - Quiz

Tekenen is niet je grootste talent.
A
Hyperbool
B
Understatement
C
Eufemisme

Slide 33 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 4 van Woordenschat H2

Slide 34 - Diapositive