§1.2 Absolutisme: alle macht voor de koning

tijdvak 7: Pruiken & Revoluties
1700 - 1800 (18e eeuw)
Absolutisme: alle macht voor de koning
In deze les kun je 9 punten verdienen.
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

tijdvak 7: Pruiken & Revoluties
1700 - 1800 (18e eeuw)
Absolutisme: alle macht voor de koning
In deze les kun je 9 punten verdienen.

Slide 1 - Diapositive

Hierna: Energizer- opdracht

Slide 2 - Diapositive

Energizer - opdracht:
Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.

Opdracht:
Je gaat zo een filmpje van 3 minuten bekijken.
Na het filmpje typ je uit 1 beschrijvende vraag en 1 verklarende vraag die gaan over het filmpje.

Zet 'm op!

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo


Bij het vak geschiedenis heb je 4 soorten onderzoeksvragen.
1. Beschrijvende vragen: gebruik je als meer wilt weten over een situatie of verschijnsel in het verleden.
2. Verklarende vragen: gebruik je als je wilt uitleggen waardoor dingen gebeurd zijn.
3. Vergelijkende vragen: gebruik je als je overeenkomsten en verschillen van een situatie of verschijnsel wilt weten.
4. Waarderende vragen: gebruik je om te onderzoeken wat jij ergens van vindt.
Zet de cijfers 1 en 2 onder mekaar. Cijfer 1: schrijf op een beschrijvende vraag, en bij cijfer 2 een verklarende vraag die over het filmpje gaan:
Hierna: leerdoelen.

Slide 5 - Question ouverte

Aan het eind:
1. kun je met enkele kenmerken benoemen welke rol het absolutisme speelt in dit tijdvak.

2. weet je op politiek gebied overeenkomsten en verschillen op te noemen tussen Frankrijk, Engeland en de Republiek in de 17e eeuw.

3. Kun je uitleggen in welke stand jij zou willen leven in de periode van Lodewijk XIV.

+ weet je te verwoorden welke rol de personen Jacobus II, Mary II, Willem III en de begrippen mercantillisme, 'L’État c’est moi', Glorious Revolution, hugenoten, Edict van Nantes en La Fonde spelen in dit tijdvak.
Hierna: Clipphanger 'Wie is Lodewijk XIV?' (+ 1 min.)

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Absolutisme: een manier om een land te besturen waarbij de koning alle (absolute) macht heeft en alleen nog naar God hoeft te luisteren, dus niet naar het volk.
De bekendste absolute koning/ vorst is Lodewijk IVX (1638-1715) die al als 5-jarige over Frankrijk regeert. Zijn bijnaam is Roi Soleil (de Zonnekoning), net zoals de zon draait alles om Lodewijk IVX.
  • Hoe kan de koning in de 16e eeuw zoveel macht krijgen?    Tot de 16e eeuw had je in de Late Middeleeuwen het feodalisme/ leenstelsel, waarbij de adel een stuk grond te leen krijgt van de koning. Maar de adel is onbetrouwbaar en luistert niet naar de koning. Maar ook steden besturen in de 16e eeuw zichzelf.
Deze situatie wil de koning veranderen!

Maar hoe dan? (zie volgende dia).

Slide 8 - Diapositive

  • Oplossing wordt centralisatie: regeren een centraal bestuur vanuit één plek met overal dezelfde wetten en een sterke koning aan het hoofd. Gevolg is het ontstaan van een staat/ een land. Niet de adel krijgt een leger, maar de koning zelf. Daarnaast beweert de koning dat hij al zijn (absolute) macht krijgt van God (droit divin - goddelijk recht), waardoor hij de oppermachtige is. Wat houdt dit nog verder in?

  1. De wil van de koning is wet en hij dult geen tegenspraak!! (geen verantwoording naar het volk). Lodewijk XIV zei dan ook: 'L’État c’est moi' (de staat, dat ben ik!')
  2. De adel speelt een veel minder belangrijke rol;
  3. De koning richt een beroepsleger met 400.000 soldaten (!!!) op die met belastingen wordt betaald. De 1e stand (geestelijken) en de 2e stand (adel) hoeven geen belasting te betalen, de 3e stand (burgers en boeren) wel. De koning wordt zelf legeraanvoerder.
  4. De koning bepaalt dat er nog maar éen godsdienst is (bv katholieke geloof);
  5. De koning pleegt censuur. Alles wat de koning niet zint, kan hij tegenhouden. Kortom, iemand die kritiek had op de koning, was zijn leven niet zeker! 

Slide 9 - Diapositive

Twee voorbeeldlanden met absolutisme (absolute macht voor de koning) is ingevoerd:
1. De Republiek (de Nederlanden) de Spaanse koning Filips II is ook koning van de 'provincie' de Republiek en voert centralisatie in (alle macht in Madrid). De edelen in de Republiek zijn het hiermee oneens en komen in Opstand (80-jarige-oorlog).

 
2. Frankrijk: het allerbeste voorbeeld van absolutisme is koning Lodewijk XIV (1638-1715).  Hij zorgt ervoor de belangrijkste adel dichtbij hemzelf in zijn paleis van Versailles (zie achtergrond) is. De koning houdt de adel bezig met feesten en optredens, zodat zij zich niet gaan bemoeien met het besturen of in opstand kwamen. 

Slide 10 - Diapositive

Vrijwel alle landen in Europa hebben een absolute vorst/ koning, behalve Nederland.

Nederland heette toen volledig: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden en bestond toen uit zeven gewesten (zeg maar provincies).
De Republiek zoekt een tijd naar een koning, maar kan geen geschikte kandidaat vinden, daarom wordt de Republiek vanaf 1588 bestuurd door regenten: Dit zijn bestuurders van de Republiek en komen uit de rijkste families. De functie van een regent is vaak erfelijk.
Gevolg is het ontstaan van een oligarchie: een kleine groep superrijke families heeft alle macht.
De hoogste regent heet de stadhouder en komt uit het Huis van Oranje-Nassau.
Hierna: Google Maps paleis van Versailles + daarna Paleis van Versailles - Histoclips (14 min)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Carte

Slide 13 - Vidéo


Twee uitspraken:
1. Lodewijk XIV is geboren in 1638, dus in de 16e eeuw / 17e eeuw.

2. "In de jeugd van Lodewijk XIV was er een opstand (La Fronde, 1648-1653) van de adel die meer macht wilde." Deze zin is een mening (subjectief) / een feit (objectief)
A
1. 16e eeuw, 2. subjectief
B
1. 16e eeuw, 2. objectief
C
1. 17e eeuw, 2. subjectief
D
1. 17e eeuw, 2. objectief

Slide 14 - Quiz

Twee uitspraken over het Paleis van Versailles:
1. Een belangrijk kenmerk van het paleis van Versailles is dat het paleis géén gangen heeft.

2. Verder waren in het Paleis van Versailles aanwezig 700 kamers, 500 spiegels en in de tuinen zijn 200.000 bijzondere bomen gepland.
A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 15 - Quiz


Uitspraak 1: De hofartsen op het paleis van Versailles vertellen dat je ziek kan worden als je een bad neemt.' Deze zin is gebaseerd op op de wetenschap / een mythe (verzinsel)

Uitspraak 2: Koning Lodewijk XIV heeft heel veel macht. Een oorzaak/ gevolg hiervan is dat het gewone volk gelooft in het droit divin (goddelijk recht).
A
1. de wetenschap, 2. oorzaak
B
1. de wetenschap, 2. gevolg
C
1. een mythe (verzinsel), 2. oorzaak
D
1. een mythe (verzinsel), 2. gevolg

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Vidéo


1. In Frankrijk leefden honderden edelen in kastelen. Lodewijk XIV wilde deze edelen meer in de gaten houden, een oorzaak / gevolg is dat de edelen verhuisden en bij Lodewijk XIV in het Paleis van Versailles kwamen wonen. 
2. De honderden edelen in het Paleis van Versailles mogen niet in opstand komen tegen Lodewijk XIV. Een oorzaak / gevolg is Lodewijk XIV de edelen (adel) vermaakte met (nutteloze) spelletjes, muziek en (dans)voostellingen. 
A
1. oorzaak, 2. oorzaak
B
1. oorzaak, 2. gevolg
C
1. gevolg, 2. gevolg
D
1. gevolg, 2. oorzaak

Slide 18 - Quiz

Twee uitspraken:
1. Koning Lodewijk XIV heeft ooit / nooit de Republiek aangevallen.

2. Alleen de 1e stand en de 2e stand moeten in de tijd van koning Lodewijk XIV belasting betalen.
A
1. ooit, 2. juist
B
1. ooit, 2. onjuist
C
1. nooit, 2. juist
D
2. nooit, 2. onjuist

Slide 19 - Quiz

Hiernaast zie je Jean-Baptiste Colbert.
Hij is voor koning Lodewijk XIV een belangrijke minister.

Colbert is de minister van...
A
Minister van Onderwijs
B
Minister van Algemene Zaken
C
Minister van Financiën
D
Minister van Buitenlandse Zaken

Slide 20 - Quiz


Jean-Baptiste Colbert heeft als minister van Financiën als belangrijkste taak de schatkist (staatskas) te vullen.

Wat wordt niet uit de schatkist betaald?
A
Oorlogen tegen andere landen
B
De inrichtingen en de uitbreidingen van het Paleis van Versailles
C
De feesten voor de hoogste adel op het Paleis van Versailles
D
Genoeg eten en drinken voor het gewone volk (vooral tijdens hongersnoden)

Slide 21 - Quiz


Twee uitspraken:
 
1. De schatkist wordt gevuld door belastingen. Alleen de 3e stand moet belasting betalen. Een bewust / onbewust gevolg is dat de 3e stand regelmatig in opstand komt.

2. Hiernaast zie je een schilderij van Lodewijk XIV uit 1701, gemaakt met olieverf op doek. Dit is een voorbeeld van een primaire bron / secundaire bron. 
A
1. bewust, 2. primaire bron
B
1. bewust, 2. secundaire bron
C
1. onbewust, 2. primaire bron.
D
1. onbewust, 2. secundaire bron.

Slide 22 - Quiz

Sleep de volgende gebeurtenissen uit het leven van koning Lodewijk XIV naar de juiste plek (van vroeger naar later):
Hierna: Vraag: "In welke stand zou jij willen leven in de tijd van Lodewijk XIV?
Lodewijk XIV wordt koning van Frankrijk.
Een mythe vertelt dat de laatste woorden van Lodewijk XIV zijn: 'Dacht je dat ik onsterfelijk was'?
Lodewijk XIV voert oorlog met de Republiek (ook wel de Hollandse Oorlog 1672-1678)
Een groot ruiterstandbeeld van Lodewijk XIV wordt in de stad Montpellier in 1718 ingehuldigd.

Slide 23 - Question de remorquage


De samenleving in de 17e eeuw kent een standenmaatschappij.
Stel, jij kan met een teletijdmachine terug naar de 17e eeuw. 
In welke stand (1e stand, 2e stand, of 3e stand) zou jij dan willen leven? 
Bedenk voor jezelf ook een argument/ een toelichting.

De oorsprong van de mens kun je vanuit diverse standpunten (= meningenbekijken.
Wat is jouw standpunt (= mening)?

Volgende dia: filmpje 'Hoe is de eerste mens onstaan? (+7 min)
Hierna: met 3D- bril naar Paleis van Versailles
1e stand
2e stand
3e stand

Slide 24 - Sondage

Ga met je mobiel naar Youtube en typ in: 
'VERSAILLES 360° ( 4K ULTRA HD )'.

Filmpje duurt 30 minuten.
Linkje filmpje

Slide 25 - Diapositive