1h/v on y va les 3

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

BONJOUR et BIENVENUE!

Bonjour

et 

bienvenue!!

Programme

- Les mots (de woorden) de bloc A p. 16, les jours, les chiffres  

- Corriger exercice 10

- Communication en classe

- Travail individuel (Les jours)

- Exercice d'écoute (chiffres)

- Digitaal materiaal / Slim stampen

Wat hebben we de
vorige les gedaan?

Le prof

1. De professor
2. De docent
3. De profvoetballer
4. De baas

Bonjour

1. Tot ziens
2. Bedankt
3. Hallo
4. Goed

L'exercice

1. De opdracht
2. Het huiswerk
3. Het frans
4. Het boek

C'est très bien !

1. Het is fout
2. Het gaat helemaal niet goed
3. Het gaat goed
4. Het is heel goed

Les jours de la semaine

woensdag

donderdag

vrijdag

zaterdag

dinsdag

maandag

zondag

mardi

vendredi

mercredi

lundi

samedi

jeudi

dimanche

Aujourd'hui c'est le ___dix____ septembre

1. 1
2. 4
3. 11
4. 10

J'ai ____ quatorze___ ans.

1. 14
2. 5
3. 16
4. 4

Maak af; un, deux, trois, quatre , ______

1. cinq
2. vingt
3. quinze
4. six

Corriger 

On va corriger exercice 10 p. 14

Parler français pendant le cours

Voici deux nouvelles phrases pour communiquer en classe!

 Écrivez dans votre cahier:

- Vous avez déjà corrigé l'intérro?

- Je n'ai plus de papier

Programme

- L'élève                        Leçon 1

- Le prof                        Leçon 2

- Le livre                        Leçon 3

Wat is handig om tijdens de les
te kunnen
zeggen in het Frans?

Exercice 1

Er komen 4 zinnen aan die je als leerling goed

kunt gebruiken in de Franse les.

Bekijk de zin en het plaatje. (Luister goed naar de uitspraak)

Wat denk je dat de zin betekent?

Lève le doigt

Ik heb een vraag.

Ik begrijp het niet.

Kun je het herhalen alsjeblieft?

Mag ik naar de wc alsjeblieft?

Exercice 2

De zinnen staan nu in een andere volgorde.

Bekijk de zin en het plaatje.

Luister naar de uitspraak en zeg dit hardop na (2 à 3 keer)

Weet je nog wat de zin in het Nederlands betekent?

Lève le doigt

Kun je het herhalen alsjeblieft?

Ik begrijp het niet.

Mag ik naar de wc alsjeblieft?

Ik heb een vraag.

Exercice 3

Combineer de Franse zin met de juiste Nederlandse zin.

1, 2, 3, c'est parti! 

Ik begrijp het niet.

Kun je het herhalen alsjeblieft?

Mag ik naar de wc alsjeblieft?

Ik heb een vraag.

Exercice 4

Wat zeg je in de volgende situaties? 

Kies de juiste Franse zin.

1, 2, 3, c'est parti! 

Je bent zelfstandig aan het werk en je weet niet wat je moet doen bij exercice 3. Je vraagt om hulp.

1. Je ne comprends pas.
2. J'ai une question.
3. Tu peux répéter s'il vous plait?
4. Je peux aller aux toilettes s'il vous plait?

Je bent vergeten tijdens de pauze naar de wc te gaan, maar je moet echt heel nodig. Wat vraag/zeg je?

1. Je ne comprends pas.
2. Tu peux répéter s'il vous plait?
3. J'ai une question.
4. Je peux aller aux toilettes s'il vous plait?

De uitleg is te snel gegaan en je hebt niet goed gehoord wat je nu moet doen. Wat vraag/zeg je?

1. Tu peux répéter s'il vous plait?
2. J'ai une question.
3. Je peux aller aux toilettes s'il vous plait?
4. Je ne comprends pas.

Exercice 5   ' La finale '

Regarde l'image.  

Welke Franse zin past het beste bij de afbeelding?

Als je het weet , lève le doigt 

Travail individuel

1. Nakijken (corriger) exercices 2c,8a,11 (als je dat nog niet gedaan had)

2. Maken (faire) in je boek

                                       exercice 4b (gebruik eventueel p.16 bloc B)

                                       exercice 6d (gebruik p.6)

3. Maken (faire)  in je schrift:  

                                       exercice : Les jours + se présenter (zie stencil)

                                      

Exercice d'écoute

Exercice 12 a     p.15

Exercice 8 d    p.13

Bonne chance!

Digitaal materiaal

1. Ga naar Magister via Magister 6 WEB in Google Chrome
2. Log in op Magister en ga dan naar Leermiddelen – Grandes lignes
   

Als het goed is word je nu automatisch doorgestuurd naar de juiste website. 

Wat kun je er allemaal doen?

Devoirs (huiswerk)

Faire (doen) : 

exercice 4b, 6d, in je boek

exercice les jours+se présenter in je schrift.

Apprendre (leren) : F-N

Herhalen A   p.16

Leren C          p.17