1.4 Meten (kgt)

1.4 Meten
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

1.4 Meten

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
1) -Ik kan in eigen woorden uitleggen wat een aantal meetinstrumenten  zijn en waarvoor je ze gebruikt.
2) -Ik kan in eigen woorden uitleggen wat het verschil is tussen analoge en digitale meetapparatuur.
3) -Ik kan beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
4) -Ik kan enkele eenheden naar elkaar omrekenen.

Slide 2 - Diapositive

Meten

Slide 3 - Carte mentale

DIGITAAL
Analoog

Slide 4 - Question de remorquage

Gereedschap om te meten noem je ... meetapparatuur
A
wel
B
niet

Slide 5 - Quiz

Hoe warm het is meet je met een termometer
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Met een liniaal meet je hoe lang iets duurt
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

weegschaal

Slide 8 - Carte mentale

stopwatch

Slide 9 - Carte mentale

Een meet-apparaat met wijzers noem je analoog
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Een klok met cijfers in het scherm noem je
A
analoog
B
digitaal

Slide 11 - Quiz

Grootheid en eenheid
Grootheid= tijd
Eenheid= uur, minuut, seconde

Wat zijn andere voorbeelden van grootheid en eenheid?

Slide 12 - Diapositive

Massa en volume
Massa= de hoeveelheid stof in gram of kg ->voorwerpen met een grote massa zijn zwaar
Volume= de ruimte die een vloeistof of voorwerp inneemt -> het volume meet je in liter (L) of milliliter (mL)

Slide 13 - Diapositive

                  Huiswerk
Maak en leer blz. 23 t/m 30
(opdracht 1 t/m 15) 

Slide 14 - Diapositive