Herhaling klas 1 hoofdstuk 1

Herhaling lesstof H1
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
neMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Herhaling lesstof H1

Slide 1 - Diapositive

FICTIE
NON-FICTIE

Slide 2 - Question de remorquage

Wat zijn de kenmerken van een titel (meerdere antwoorden mogelijk)
A
Het staat in de tekst
B
Het staat boven de tekst
C
Het vertelt uitgebreid waar de tekst over gaat
D
De letters zijn vaak wat groter en dikker gedrukt

Slide 3 - Quiz

Hoe kun je het onderwerp van de tekst vinden? Geef minimaal 2 antwoorden.

Slide 4 - Question ouverte

Wat vertelt een tussenkopje?
A
Wat de titel is.
B
Waarover het tekstgedeelte eronder gaat.
C
Wat het onderwerp van de tekst is.
D
Wat de bron is.

Slide 5 - Quiz

Feit of mening?
1) De praktijklessen waren leuk en leerzaam.
2) Lisa heeft een hekel aan turnen.
A
feit - mening
B
mening - feit
C
feit - feit
D
mening - mening

Slide 6 - Quiz

samenstelling:
training+broek =

Slide 7 - Question ouverte

samenstelling:
het talent + de jacht =

Slide 8 - Question ouverte

ik-vorm

Slide 9 - Carte mentale

stam

Slide 10 - Carte mentale

tegenwoordige tijd
bereiden - Hij ....... de les voor.
A
bereid
B
bereidt
C
bereidde
D
bereiden

Slide 11 - Quiz

tegenwoordige tijd
bereiden - ....... hij de les voor?
A
Bereid
B
bereidt
C
bereid
D
Bereidt

Slide 12 - Quiz

tegenwoordige tijd
bereiden - .......jij de les voor?
A
Bereid
B
bereidt
C
bereid
D
Bereidt

Slide 13 - Quiz

Wat is de zinsdeelproef?

Slide 14 - Question ouverte

PV
WG
Haar moeder *wacht* op Mandy op.
Zo *wil* hij het spel *aandikken*.
Hij *is* naar school *gerend*.
Hij *heeft* een bal gekocht.

Slide 15 - Question de remorquage

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg)?
A
zinsdeelproef
B
getalproef
C
alle werkwoorden in de zin
D
hele werkwoord

Slide 16 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat:
De regisseur van deze film verdient veel geld.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 17 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat:
De hond vond de ring in het gras.
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 18 - Quiz

Uit hoeveel zinsdelen bestaat:
Brengt de postbode vandaag een pakketje?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 19 - Quiz

Noteer van elke zin het aantal werkwoorden:
Een 72-jarige oplichter is opgepakt door de politie.
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 20 - Quiz

Noteer van elke zin het aantal werkwoorden:
Zoveel geld heeft hij niet.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quiz

Welke 3 leestekens heb je geleerd?

Slide 22 - Question ouverte

Wanneer gebruik je een punt?

Slide 23 - Question ouverte

Wanneer gebruik je een vraagteken?

Slide 24 - Question ouverte

Wanneer gebruik je een uitroepteken?

Slide 25 - Question ouverte

een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een leesteken waarom is deze afspraak er

Slide 26 - Question ouverte