2.3 Massa en volume

2.3 Massa en volume


  • Massa van een hoeveelheid stof bepalen en berekenen
  • Volume van een hoeveelheid stof bepalen en bereken
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.3 Massa en volume


  • Massa van een hoeveelheid stof bepalen en berekenen
  • Volume van een hoeveelheid stof bepalen en bereken

Slide 1 - Diapositive

Welke meetapparatuur ken je?

Slide 2 - Carte mentale

Zintuigen van de mens





Zintuigen = "meetapparatuur" om de omgeving waar te nemen
Alle zintuigen bij elkaar = zintuigstelsel

Slide 3 - Diapositive

Wat zijn Grootheden?
Een Grootheid is iets wat je kunt meten.
Bijvoorbeeld een Afstand:

Slide 4 - Diapositive

Grootheden en eenheden
Alles wat je kan meten is een grootheid
                   bijvoorbeeld de afstand naar huis
een eenheid is waarin je dat meet
                   bijvoorbeeld meter.
De afstand van school naar huis is 1 kilometer.
Grootheid                                                        Eenheid

Slide 5 - Diapositive

eenheden omrekenen
er is maar een grootheid en die kan meerdere eenheden hebben.

bijvoorbeeld:  
De afstand van school naar huis is 1 kilometer.
                                                                          1000 meter.
                                                    



Slide 6 - Diapositive

Zet de juiste eenheid bij de grootheid
Temperatuur
Massa
volume
lengte
snelheid
Liter of m³
km/h of m/s
Kg
meter
graden Celsius

Slide 7 - Question de remorquage

De massa meet je met een weegschaal
Digitale weegschaal                                          Analoge weegschaal

Slide 8 - Diapositive

Je meet de massa in ... of ... .
A
gram
B
milimeter
C
kilogram
D
liter

Slide 9 - Quiz

de massa meet je met een
A
thermometer
B
maatcilinder
C
weegschaal
D
meetlint

Slide 10 - Quiz

Omrekenen massa en volume:
massa: de hoeveelheid stof in g of kg
volume: de ruimte die een vloeistof of een voorwerp inneemt.

Slide 11 - Diapositive

Met welk meetinstrument meet je het volume van het blokje?
A
geodriehoek
B
maatcillinder
C
lineaal
D
balans / weegschaal

Slide 12 - Quiz

Volume meet je in :
A
g
B
dg
C
cg
D
ml

Slide 13 - Quiz

.
Bereken de inhoud van deze doos
A
1200 cm²
B
1200 cm³
C
12000 cm³
D
12000 cm²

Slide 14 - Quiz

Het volume  van een stof
                             is hoeveel ruimte een stof inneemt = inhoud
Vloeistoffen: l / cl / ml / etc
                             Vaste stoffen:   m3 / dm3 / cm3 / mm3 / etc

Meten met: maatcilinder
 lengte x hoogte x breedte

Slide 15 - Diapositive

10 cm³ =
A
1 ml
B
10 ml
C
1 l
D
10 l

Slide 16 - Quiz

1 ml = 1 cm3
                                  wat is het volume van het water hiernaast?

Slide 17 - Diapositive

Let wel op... je leest af onderaan de bolling

Slide 18 - Diapositive

Bepaal het volume van de rode steen?
onderdompel methode
ml = cm3

Slide 19 - Diapositive

volume kun je meten met een maatcilinder als het een ...is
A
blokje
B
bolletje
C
klein
D
vloeistof

Slide 20 - Quiz


Bepaal het volume van de rode steen?
A
5 cm³
B
7 cm³
C
7 ml
D
10 cm³

Slide 21 - Quiz

Ga nu zelfstandig aan het werk met paragraaf 2.3

Slide 22 - Question ouverte