Herhaling hoofdstuk 4

In deze les gaan we hoofdstuk 4 herhalen als voorbereiding op de toets.
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

In deze les gaan we hoofdstuk 4 herhalen als voorbereiding op de toets.

Slide 1 - Diapositive

Spullen op tafel, en...
* Economie boek
*Schrift en Pen
*Rekenmachine

Slide 2 - Diapositive

Wat doen we vandaag?
- Nakijken huiswerk
-Herhaling hoofdstuk 4 
-Quiz
-Bespreken wat moet je leren
- Maken Herhalingsopdrachten

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Er zijn 4 productiefactoren, welk antwoord is geen productiefactor?
A
Natuur
B
Werk
C
Arbeid
D
Kapitaal

Slide 5 - Quiz

Concurrenten zijn:
A
Twee vijanden van elkaar.
B
Bedrijven die hetzelfde goederen en diensten aan elkaar leveren.
C
Bedrijven leveren goederen aan elkaar.
D
Bedrijven die dezelfde soort producten maken of leveren.

Slide 6 - Quiz

Wat is winst?
A
De prijs die klanten je betalen.
B
De kosten die je hebt.
C
De opbrengst min de kosten.
D
De verkoopprijs.

Slide 7 - Quiz

Wat is produceren?
A
De weg van grondstof tot eindproduct.
B
Het inkopen, maken en verkopen van goederen.
C
Het leveren en verkopen van goederen en diensten.
D
Het maken van goederen en leveren van diensten.

Slide 8 - Quiz

Wat is een bedrijfskolom?
A
Alle bedrijven die hetzelfde maken bij elkaar.
B
Alle bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een product.
C
Alle bewerkingen die een product ondergaat.
D
Alle winkels die een bepaald product verkopen.

Slide 9 - Quiz

Marianne heeft zeven tafels gemaakt. De productiekosten waren € 945. Bereken de kostprijs per tafel .
A
€ 945
B
€ 6615
C
€ 135
D
€ 145

Slide 10 - Quiz

Wat is een gevolg van mechanisatie en automatisering?
A
Er zijn minder mensen nodig om evenveel te produceren
B
Er zijn meer werknemers nodig om evenveel te produceren.
C
Er zijn geen mensen nodig .
D
Er zijn evenveel mensen nodig om te produceren.

Slide 11 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van mechanisatie?
A
Hijskraan
B
Trekker
C
Graafmachine
D
Telefoon

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Vidéo

Wat is arbeidsproductiviteit?
A
Product voor een medewerker
B
De productie per medewerker
C
De productie per baas
D
De productie in heel Nederland

Slide 14 - Quiz

Je bent boer. Met welke aanpassing kun je de arbeidsproductiviteit per uur laten stijgen?
A
Een snellere melkmachine gebruiken.
B
Extra personeel aannemen.
C
Het personeel langer laten werken.
D
Minder koeien gaan houden.

Slide 15 - Quiz

Duurzaam produceren is
A
Het hergebruiken van stoffen.
B
Productie wat veel kost.
C
Produceren zonder schade voor het milieu.
D
Produceren voor het milieu.

Slide 16 - Quiz

Wat moet je leren?
Kostprijs -> blz 143
Winst -> blz 147
Afschrijvingen -> blz 155
Blz 164 en 165 samenvatting en begrippen

Slide 17 - Diapositive

Maken
Oefentoets blz 168 en 169

Slide 18 - Diapositive