KERN les 47 voorzetselvoorwerp H2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Ontleden tot nu toe

1. PV

2. Werkwoordelijk gezegde (+werkwoordelijke rest, niet-werkwoordelijke rest)

3. Naamwoordelijk gezegde

4. Onderwerp

5. Lijdend voorwerp

6. Meewerkend voorwerp

7. Bijwoordelijke bepaling

Voorzetselvoorwerp

voorzetsels

Waar is de appel ten opzichte van de doos?

voorzetsels

Waar is de appel ten opzichte van de doos?

Een voorzetsel geeft een plaats aan. Sommige voorzetsels horen bij een werkwoord. Denk aan: wachten op. 

LESDOEL:

Je leert hoe je het voorzetselvoorwerp herkent in een zin. 

Voorzetselvoorwerp

• Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een voorzetsel. 
• Een voorzetselvoorwerp komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel (luisteren naar, rekenen op, delen door, geven om). 
• Het voorzetsel verbindt het voorzetselvoorwerp met het gezegde.

Voorbeelden

• Ik ben niet tevreden met deze computer.  --> tevreden zijn met
• Lenny houdt al meer dan tien jaar van Kevin. --> houden van

Voorzetselvoorwerp

• Een zinsdeel dat met een voorzetsel begint welke je niet uit de zin  kunt weghalen, is altijd een voorzetselvoorwerp.
• Behalve als het  zinsdeel een plaats aangeeft, dan is het een bijwoordelijke bepaling. 

Bijvoorbeeld

• Zij wacht op haar vriendinnen. --> voorzetselvoorwerp 
  
• Zij wacht op het schoolplein. --> bijwoordelijke bepaling.
  

VZV of BWB?

Als een zinsdeel begint met een voorzetsel en het heeft een figuurlijke betekenis, dan is het een voorzetselvoorwerp. Begint een zinsdeel met een voorzetsel en heeft het een letterlijke betekenis, dan is het een bijwoordelijke bepaling .

1. Ik / reken / op lekker weer.

2. Ik / reken / die som / uit / op mijn rekenmachine.

3. Ik / wacht / op de trein.

4. Ik / wacht / op het perron.

  

Is het zinsdeel tussen haakjes een voorzetselvoorwerp?
Waarom zou je (aan jezelf) twijfelen?

1. Ja
2. Nee

Is het zinsdeel tussen haakjes een voorzetselvoorwerp?
Ik wacht al uren (bij de trein).

1. Ja
2. Nee

Wat is het zinsdeel tussen haakjes?

Ik heb (voor jou) een schilderij gemaakt.

1. voorzetselvoorwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Wat is het zinsdeel tussen haakjes?

Ik ben soms bang (voor het donker).

1. voorzetselvoorwerp
2. meewerkend voorwerp
3. lijdend voorwerp
4. bijwoordelijke bepaling

Voorzetselvoorwerp of bijwoordelijke bepaling?

Wij vertrouwen op uw medewerking.

1. Op uw medewerking = vzv
2. Op uw medewerking = bwb

Wat is het voorzetselvoorwerp in de zin?

Ze heeft gisteren een abonnement op haar favoriete tijdschrift afgesloten.

Wat is het voorzetselvoorwerp in de zin?

De politie waarschuwde hem voor de laatste keer.

Aan het werk!

Les 47

Blz. 98 en 99

Opdracht 1 t/m 9

LESDOEL:

Je leert hoe je het voorzetselvoorwerp herkent in een zin. 

Ik heb de lesstof begrepen.

😒🙁😐🙂😃

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.