§8 t/m 12

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Cursus 7

Spelling - Werkwoorden

Goedemorgen!

* huiswerk opschrijven

* 10 minuten lezen

* werkwoordspelling - herhaling

* oefenen

* evaluatie

Telefoon in je tas!

Klaarleggen:

-agenda

-etui

-leesboek

-lesboek 

-laptop (meteen inloggen!)

Werkwoordspelling, wat weten we nog??

Even testen!

Ik-vorm

hij-vorm

wij-vorm

nies

verf

denk

geloof

huilt

belt

slaapt

houdt

wijzen

genieten

vinden

lenen

	TT
Ik-vorm	fiets raad
hij-vorm (ik-vorm + t )	fiets t raad t
wij-vorm	fietsen raden

Werkwoorden in de tegenwoordige tijd.

Hele werkwoord: fietsen - raden

En de VT??

Sterk of zwak werkwoord??
lopen

1. sterk
2. zwak

roken

1. sterk
2. zwak

hopen

1. zwak
2. sterk

verzinnen

1. sterk
2. zwak

lezen

1. sterk
2. zwak

koken

1. zwak
2. sterk

sterke werkwoorden	zwakke werkwoorden
* veranderen in de VT van klank * ik-+hij-vorm is hetzelfde in de VT * wij-vorm krijgt -en achter de ik-vorm liep-liepen, riep-riepen, las-lazen	*krijgen in de VT te/de of ten/den achter de ik-vorm

	TT	VT
ik-vorm	fiets	fiets te
hij-vorm	fiets t	fiets te
wij-vorm	fietsen	fiets ten

Zwakke werkwoorden in een schema.

Maar....

Hoe zat het ook alweer????

gezweeft of gezweefd??

mepde of mepte??

probeerde of probeerte??

gewacht of gewachd?

Kies de goede vorm
De darter_______________ een hoge score te gooien

1. probeerd
2. proberen
3. probeert
4. probeerden

Ik________________mijn wachtwoord

1. veranderden
2. verandert
3. veranderen
4. verander

De voetballers______________tegen de bal.

1. schopte
2. schoppen
3. schop
4. schopt

(VT)
De wond_________________gelukkig niet erg.

1. bloedt
2. bloede
3. bloedde
4. gebloed

(VT)
Gisteren______________ik naar het ziekenhuis.

1. ga
2. gaat
3. gingen
4. ging

De jongen______________de bal in de basket.

1. mik
2. mikt
3. mikten
4. gemikt

Vorig jaar ben ik naar Frankrijk______________________

1. wandelen
2. wandel
3. gewandelt
4. gewandeld

Voor hoeveel procent begrijp jij de werkwoordspelling?

0100