4.2 Keizers, koningen en heren DEEL 1

Pak voor je
Opdracht 3 - 5 - 6b - 7a + 8 - 9 - 10. (blz. 20-21)
Controle!
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Pak voor je
Opdracht 3 - 5 - 6b - 7a + 8 - 9 - 10. (blz. 20-21)
Controle!

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk
Woensdag 26 maart, 5e uur. 
Lees paragraaf 2, blz. 23-24 
Maak: Opdracht 3 - 4 - 6 - 7 - 8
timer
2:00

Slide 2 - Diapositive

Planning
1. Controle materiaal
2. Wat weten jullie nog? 
3. Uitleg 

Slide 3 - Diapositive

Wat was een horige?

Slide 4 - Question ouverte

Karel de Grote en het leenstelsel
- Je kunt beschrijven hoe het Frankische Rijk ontstond. 
- Je kunt uitleggen hoe het leenstelsel werkte

Slide 5 - Diapositive

Na de val van het Romeinse Rijk...
- Niet langer sprake van één bestuur. 
- Er ontstonden kleine koninkrijken die samen het Frankische Rijk worden.
- Eén leider pakte de macht: Clovis. Hij breidde gebied uit:
1. Clovis was een goede legerleider. 
2. Clovis werd gesteund door de christelijke kerk in Rome. Zij adviseerden hem in bestuur en Clovis hielp met verspreiden christendom. 

Een opvolger van Clovis: Karel de Grote.
Leerdoel 1

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Karel de Grote
- Bestuurde het Frankische Rijk na Clovis. 

- Bestuur wordt lastiger, omdat het land zo groot was. 

- Dit rijk moest worden verdedigd, maar geld bestond niet meer. Steun van machtige mensen uit het rijk. 

- Oplossing: het leenstelsel
Leerdoel 1

Slide 8 - Diapositive

De leenheer geeft een stuk grond/ gebied te leen aan de leenmannen. 
Deze leenmannen zwoeren rouw aan de leenheer. 
Leenstelsel (feodalisme)
De leenmannen gaven weer grond aan de achterleenmannen.In ruil daarvoor werkten zij als ridder voor de leenman.
Leerdoel 2

Slide 9 - Diapositive

Welke uitspraak over het leenstelsel is juist?
A
De koningen beloonde zijn volgelingen met geld
B
De leenheer hielp de leenman bij het bestuur
C
Door het leenstelsel had de koning een groot leger
D
Leenmannen moesten belasting betalen aan de koning

Slide 10 - Quiz

Het leenstelsel = feodalisme
- Karel de Grote heeft een enorm rijk 
Het is tè groot, hij kan het niet alleen besturen en heeft soldaten nodig. 

Oplossing?
Hertogen of graven (adellijke mensen) kregen een gebied in leen (dus Karel leende dit gebied uit aan deze mensen).
Karel de Grote is dan de leenheer (heer is hoog in aanzien)
De graaf/hertog = leenman.
Leerdoel 2

Slide 11 - Diapositive

Voorwaarden voor leen
De leenman kreeg het gebied niet zomaar.
Taken van de leenman:
1) Gebied besturen zoals Karel (de leenheer) dit wilde
2) Rechtspreken
3) Zorgen voor orde en veiligheid
4) Militairen leveren voor als Karel op oorlogstocht gaat. 
Leerdoel 2

Slide 12 - Diapositive

Wat krijgt de leenman ervoor terug?
1) Een gebied waaruit hij inkomsten mocht halen (dus bijvoorbeeld graan).
2) De titel dat zij nu heerser waren over dat gebied (dus status en macht!). 
Leerdoel 2

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Huiswerk
Woensdag 26 maart, 5e uur. 
Lees paragraaf 2, blz. 23-24 
Maak: Opdracht 3 - 4 - 6 - 7 - 8

Slide 16 - Diapositive