1. Bekijk de landschapszones op de wereldkaart bij deze vraag. In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar. Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?
A
Breedteligging
B
Gebergte- en hoogteligging
C
Type oppervlak
D
Oceanische circulatie
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
1. Bekijk de landschapszones op de wereldkaart bij deze vraag. In Afrika liggen de verschillende landschapszones over het algemeen parallel aan de evenaar. In Noord- en Zuid-Amerika is dit patroon minder herkenbaar. Welke klimaatfactor veroorzaakt dit afwijkende patroon in Noord- en Zuid Amerika?
A
Breedteligging
B
Gebergte- en hoogteligging
C
Type oppervlak
D
Oceanische circulatie
Slide 1 - Quiz
Welke combinatie van landschapszone en plantengroei is juist?
A
Naaldbossen =
Boreale zone
B
Savanne en regenwouden = Aride zone
C
Loofbossen =
Subtropische zone
D
Grassen en struiken =
Tropische zone
Slide 2 - Quiz
Door welke landschapszones kom je achtereenvolgens als je van de Noordpool naar Zuid-Europa reist? 1. taiga 2. loofbossen 3. landijs, drijfijs, pakijs 4. toendra
A
3 - 4 - 1 - 2
B
4 - 3 - 1 - 2
C
3 - 4 - 2 - 1
D
4 - 3 - 2 - 1
Slide 3 - Quiz
Welke twee landschapszones kennen C-klimaten?
A
subtropische en gematigde zone
B
tropische en aride zone
C
boreale en polaire zone
D
subtropische en boreale zone
Slide 4 - Quiz
Welke omschrijving hoort bij het begrip: landdegradatie
A
Wegspoelen of wegwaaien van bodemdeeltjes doordat de mens de vegetatie verstoord heeft.
B
Door de mens veroorzaakte schade aan een natuurlijk systeem.
C
Afname van de kwaliteit van de bodem of ondergrond door processen als versnelde bodemerosie en verzilting.
D
Proces van landdegradatie in relatief droge gebieden.
Slide 5 - Quiz
Welke drie soorten landdegradatie kun je onderscheiden:
A
overbeweiding, ontbossing, verzilting
B
versnelde bodemerosie, verwoestijning, ontbossing
C
verzilting, versnelde bodemerosie, overbeweiding
D
versnelde bodemerosie, verwoestijning, verzilting
Slide 6 - Quiz
Geef in je eigen woorden weer wat versnelde bodemerosie is.
Slide 7 - Question ouverte
Welke landschapszones zijn kwetsbaar voor versnelde bodemerosie?
A
subtropische zone
B
tropische zone
C
aride zone
D
gematigde zone
Slide 8 - Quiz
Wat is verzilting?
A
Het wegspoelen van de bodem door water.
B
Het kunstmatig water geven van gewassen.
C
Ander woord voor infiltratie.
D
Ophoping van zout in de bodem in o.a. slecht gedraineerde irrigatiegebieden.
Slide 9 - Quiz
Verzilting ontstaat meestal door
A
een toename van de hoeveelheid neerslag
B
een verkeerde manier van irrigeren
C
een afname van de hoeveelheid neerslag
D
het smelten van gletsjers
Slide 10 - Quiz
Door overbeweiding verdwijnt vegetatie. De bodem wordt dan niet meer vastgehouden door plantenwortels. Zo ontstaan erosie en verwoestijning.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Welke bewering over verwoestijning is onjuist?
A
Verwoestijning is een vorm van landdegradatie.
B
Verwoestijning komt door verzilting tot stand.
C
Verwoestijning is een gevolg van versnelde bodemerosie.
D
Verwoestijning is op de eerste plaats een gevolg van klimaatsverandering.
Slide 12 - Quiz
Ontbossing kan verwoestijning tot gevolg hebben.
A
goed
B
fout
Slide 13 - Quiz
Wat is duurzaam landgebruik?
A
Het uitputten van land zonder rekening te houden met toekomstige generaties
B
Het ongecontroleerd gebruik maken van land
C
Het negeren van de impact van landgebruik op andere
delen van de wereld
D
Landgebruik gericht op behoud van de kwaliteit van de bodem.
Slide 14 - Quiz
Op de foto zie je een voorbeeld van duurzaam landgebruik, namelijk ...
A
irrigatie
B
strook verbouwing
C
ontbossing
D
terrassen
Slide 15 - Quiz
Welke andere manieren van duurzaam landgebruik ken je?
Slide 16 - Question ouverte
Welk begrip hoort niet in het onderstaande rijtje thuis?