Kapitel 4 / Schreiben

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Gutentag 

liebe Schüler

die Hausaufgaben

Gelernt:

Gemacht

die Aufgaben 37, 38, 39, 40 zu G Schreiben

Aufgabe 37

1 Omdat hij eerst moest voetballen en omkleden en daarna op zijn broer moest wachten en toen ook nog zijn fietssleutel kwijt was.

2 De optredens van Jule en Daniel en Nick.

3 Dat ze al om twaalf uur afgelopen zijn

Aufgabe 38

1 Wissen Sie, wie er heißt?

2 Ich kann den Kuss nicht vergessen.

3 Noah hat Annika auf der Straße geküsst.

4 Ich weiß, dass du besser spielst als ich.

5 Wir sind nass, weil es so stark geregnet hat.

6 Marie interessiert sich für Fußball und Tennis.

Aufgabe 39

1 Ich war erst spät da.

2 Zuerst musste ich noch … und danach …

3 Dann musste ich noch ...

4 ... und als wir endlich …

5 erst um halb elf

6 Das habe ich alles verpasst.

7 Später war die Party …

8 Leider war die Party schon um … zu Ende.

Aufgabe 40

Aufgabe 40

SO: am Montag den 17. März

Achtung!

• Leer de Lernliste zoals aangegeven in het boek. NL-Du en Du-NL!
• Extra oefenen met slim stampen

Am Ende dieser Stunde

- kun je over alledaagse dingen schrijven in zinnen die met elkaar verbonden zijn

Wie?

- een blog schrijven n.a.v. een situatie (op papier)

Aufgabe: Schreiben

Situation:

Du warst auf einer Schulparty und berichtest darüber auf deinem Blog.

Hilfsmittel: Wörterbuch, naamvallenschema.

Wie:  Auf Papier und selbständig allein

Ergebnis: Schrijf minimaal 50  woorden.

Was?

Schreibe einen Bericht. Verarbeite folgende Punkte:

– Vertel wat je gedaan hebt, voordat je naar het schoolfeest ging.

– Vertel wat je op het schoolfeest beleefd hebt.

– Zorg voor samenhang in je bericht door middel van een aantal tijdsaanduidingen (zoals zuerst, danach, …).

Slebständig arbeiten

Leren of oefenen voor de toets:

oefenwebsite Duits: https://oscarromerotalen.nl/Duits/Oefeningen/Grammatica.htm

Levend memory

1. 3 á 4 spelers, één persoon houdt de score bij. Spelers gaan naar de gang en bekijken de Lernliste van K  4

2. de overige leerlingen maken duo's.

3. elk duo schrijft een woord uit de Lernliste van Kapitel 5 op papier.

4. De één heeft het Duitse woord op papier, de ander de Nederlandse betekenis.

5. iedereen gaat staan en laat het papier zien als je naam wordt genoemd. 

5. De spelers zoeken de duo's bij elkaar.

6. De duo's gaan zitten als ze zijn geraden.