les 1 Wereldgodsdiensten

• Godsdienst
• Basisschool
• Groep 8

Doel

Je weet dat er vijf wereldgodsdiensten zijn en je weet een paar gewoonten en gebruiken.

Er zijn 5 wereld

godsdiensten

En daarnaast nog heel veel kleinere godsdiensten

Welk symbool hoort bij welk geloof?

Christendom

Islam

Jodendom

Hindoeïsme

Boeddhisme

Kerk

Moskee

Synagoge

Belangrijk feest

Kerst

25 en 26 december

De geboorte van Jezus Christus

Pasen

Paaszondag is de eerste zondag na de 1e volle lentemaan

De opstanding van 

Jezus Christus uit de dood.

Wat is het heilige huis van de islam?

1. Moskee
2. Tempel
3. Synagoge
4. Kerk

Belangrijke feesten

Eid al Fitr 

(Het kleine feest of Suikerfeest)

Einde van de Ramadan (vastenmaand)

Eid-al-Kabir

(Het grote feest of Offerfeest)

Wat is het heilige boek van het jodendom?

1. Bijbel
2. Tenach
3. Dat is er niet
4. Veda's

Chanouka:

Het feest van de lichtjes

Bevrijding Joodse volk

Eerste volle maan in de lente

Pesach

                         

                          Hindoeïsme

Hindoeïsme

Belangrijk feest

Holi

Tijdens de volle maan in maart

Feest van de lente, overgang van winter naar lente, overwinning van het kwaad

                             

                       Boeddhisme

Hoeveel mensen in Nederland zijn boeddhistisch?

1. 80.000
2. 55.000
3. 500.000
4. 10.000

Belangrijk feest

Wesak 

Volle maan in mei

 Geboorte, verlichting en dood van Boeddha 

De klas wordt in groepjes verdeeld. 

Elk groepje krijgt een van de 5 wereldgoddiensten toegewezen. 

Samen gaan jullie een informatieposter bij maken. 

En nu?

- Ga in je groepje op zoek naar nog meer informatie rond je gekregen godsdienst.

     • Zoek in de aanwezige boeken.

     • Zoek op het internet.

- Vul met je groep de infofiche in.

- Maak met je groep een poster op een A3-blad rond je godsdienst.

      • Noteer hier de belangrijkste zaken van je infofiche op.

      • Je kan bijv. werken met een woordspin, leuke afbeeldingen, kleurtjes…

      • Zorg ervoor dat je poster netjes en overzichtelijk is.

- Bereid je presentatie in je groep voor. Zorg ervoor dat je je tekst kent. 

-Verzin een (of meer) quizvragen die je na de presentatie aan de klas kan vragen.

- We presenteren de godsdienst voor de klas.