Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Welke gebeurtenis laat het filmfragment zien?
A
De landing in Normandië
B
De landing in Afrika
C
De landing in Sicilië
D
De slag bij Stalingrad
Slide 2 - Quiz
Welk woord omschrijft volgens jou het beste dit fragment?
A
Geromantiseerd
B
Realistisch
C
Overdreven
D
Onrealistisch
Slide 3 - Quiz
Uit welke landen kwamen de soldaten die de stranden van Normandië bestormden?
Slide 4 - Question ouverte
Wat was het doel van operatie Overlord (ook wel D-Day of Landing in Normandië)
A
Een gat slaan in de 'Atlantic wall'
B
Frankrijk bevrijden
C
Krijgsgevangenen bevrijden
D
Rusland aanvallen
Slide 5 - Quiz
Waarom kan je ook de landing in Normandië een keerpunt noemen?
Slide 6 - Question ouverte
D-Day - 6 juni 1944
De Geallieerden forceerden een doorbraak in de verdedigingslinie van de Duitsers (Atlantic Wall) en konden zo het vasteland van Europa binnenvallen. Dit zorgde voor een kansloze tweefrontenstrijd van Duitsland met de Geallieerden in het westen en de Russen vanuit het oosten.
Slide 7 - Diapositive
Geallieerden en As-mogendheden
Geallieerden: VS, GB, SU (Canada, Australie, China)
As landen: Dld., It, Japan (Hongarije, Roemenie)
Roosevelt (VS) en Stalin (SU), spraken af om door te vechten totdat de As-mogendheden waren verslagen.
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Vidéo
Waartoe riep Goebbels (minister van propaganda) het Duitse volk op?
A
Overgave
B
Bondgenootschap sluiten
C
Diplomatie
D
Doorvechten tot het eind
Slide 10 - Quiz
Wat wordt bedoeld met 'totale oorlog'?
A
Bijna alle landen doen mee
B
De legers tellen miljoenen soldaten
C
In het leger vechten ook kinderen en vrouwen
D
Oorlog waarbij bijna de hele bevolking betrokken is
Slide 11 - Quiz
Totale oorlog
De gehele bevolking werd bij de oorlog betrokken (leger, industrie)
Jong en oud moest meewerken, ook mannen uit de bezette gebieden werden ingezet
Slide 12 - Diapositive
Slachtoffers
Meer dan 50 miljoen doden
De helft was geen soldaat (veel burgerslachtoffers door bombardementen, dwangarbeid en massamoord)
Holocaust (of Shoah): 6 miljoen joden vergast en verbrand (volkerenmoord) in vernietigingskampen
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Verenigde naties
1945: Roosevelt (VS) wilde dat er een nieuwe volkerenorganisatie kwam, beter dan de Volkenbond (van na W.O.I) om in de toekomst oorlog te voorkomen
Veiligheidsraad heeft de meeste macht (10 roulerende landen en 5 permanente leden (VS, SU, China, GB en Frankrijk)
Permanente (vaste) leden hebben vetorecht (als 1 tegen is, gaat het niet door)
Slide 15 - Diapositive
De Veiligheidsraad (15 leden) heeft in de Verenigde Naties vetorecht
A
GOED
B
FOUT
Slide 16 - Quiz
Zet in tijdvolgorde: 1. Hitler pleegt zelfmoord 2. Duitsers verliezen slag bij Stalingrad 3. Duitsland valt SU binnen 4. Amerikanen zetten atoombom in 5. Frankrijk en België worden bevrijd 6. Duitsland geeft zich over
Slide 17 - Question ouverte
Bekijk (klik op) de bron. Welk begrip past bij deze bron? Leg uit!
Slide 18 - Question ouverte
Lees de bron (vergroot). Geef een reden (zonder bron) waarom dit verschrikkelijke wapen werd ingezet.
Slide 19 - Question ouverte
Welke onderzoeksvraag is NIET met de bron te beantwoorden?
A
Was er een voedseltekort in GB?
B
Welke soort boodschappen toonde de regering aan het volk?
C
Waarom kwam de overheid met dit soort boodschappen
D
Hoe reageerde het volk op dit soort propaganda?
Slide 20 - Quiz
a. Wat is de boodschap van deze propaganda poster? b. Deze boodschap verscheen in 1944. Waarom is dit geen toeval?
Slide 21 - Question ouverte
Noem 3 keerpunten tijdens de Tweede Wereldoorlog en leg uit waarom dit een keerpunt (impact op het verloop) was