4HMD De geschiedenis van het Nederlands

4 havo - 12 december - 

  • Even herhalen: het ontstaan van taal
  • huiswerk nakijken opdracht 5 tot en met 9  blz. 10
  • introductie van de geschiedenis van het Nederlands
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 36 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

4 havo - 12 december - 

  • Even herhalen: het ontstaan van taal
  • huiswerk nakijken opdracht 5 tot en met 9  blz. 10
  • introductie van de geschiedenis van het Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Even herhalen
  • Noem de kenmerken van taal.
  • Noem drie verschillende theorieën over de oorsprong van taal.
  • Welke theorie vind jij het meest geloofwaardig?

Slide 2 - Diapositive

huiswerk

Slide 3 - Diapositive

vraag 5
Onze voorouders hadden een instrument nodig om mee te jagen, dus bedachten ze een pijl en
boog. Op dezelfde manier hadden ze een instrument nodig om mee te communiceren, dus bedachten ze taal.

Slide 4 - Diapositive

vraag 6
 1. Paleontologie: Het blijkt dat ons vermogen om te spreken ergens tussen de Australopithecus en de Neanderthaler moet zijn ontstaan. (Dat blijkt uit de vorm van het tongbeen.)

2. Neurologie: Het blijkt dat verschillende hersengebieden betrokken zijn bij het gebruiken van taal.

3. Genetica: Het blijkt dat er verschillende genen betrokken zijn bij het gebruiken van taal. Ook is er een verband tussen het gen FOXP2 en erfelijke taalstoornissen. Het gen is dus belangrijk voor
taal.

Slide 5 - Diapositive

vraag 7
Monogenese is het idee dat taal slechts één keer is ontstaan, op één plek. 

Polygenese is het idee dat taal op verschillende momenten en op verschillende plekken, onafhankelijk van elkaar, is ontstaan.

Slide 6 - Diapositive

vraag 8
 a monogenese
b polygenese

Slide 7 - Diapositive

vraag 9
De afwezigheid van het woord stad laat zien dat de Indo-Europeanen niet in steden leefden.
Waarschijnlijk leidden ze een nomadisch leven en waren ze niet gebonden aan een vaste plek

Slide 8 - Diapositive

Groepsopdracht
Praat met elkaar over de volgende vragen en schrijf je antwoorden kort op: 
1. Wanneer is volgens jou het Nederlands ontstaan?
2. Welke woorden zijn volgens jou de oudste woorden?
3. Uit hoeveel woorden denk jij dat het Nederlands bestaat?
4. Wat vind je mooie Nederlandse woorden en welke woorden vind je juist lelijk?

Slide 9 - Diapositive

oudste woord
Vadam, de voorloper van wad (107 na Chr.)
doorwaadbare plaats
(nu Wadenoijen, een plaats in Gelderland)

Slide 10 - Diapositive

Het ontstaan van het Nederlands:
- Oudnederlands, - Glossen 
- Middelnederlands
- Handschriften

Slide 11 - Diapositive

glossen

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

H3 de geschiedenis van het Nederlands
Oudnederlands 
weinig overgeleverd, schrijftaal was Latijn
via glossen (aantekeningen in eigen taal) is er wat teruggevonden.

Slide 15 - Diapositive

Het ontstaan van het Nederlands
Taalontwikkeling:
Middelnederlands: fonologisch spelling
Geen vaste spelling
Spelling ontstaat vanaf begin 1800

Slide 16 - Diapositive

Schrijf de volgende zin over:
'Maltho thi afrio litho' 
Wat zou de betekenis van deze zin zijn?

Slide 17 - Diapositive

'Ik maak je vrij, horige.'

Slide 18 - Diapositive

bezwering
(8e eeuw)
'Gang ut, nesso, mid nigun nessiklinon'
(Ga uit worm, met negen kleine wormen)

Slide 19 - Diapositive

Schrijf de volgende zin over:
'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu' 

Wat betekent deze zin?

Slide 20 - Diapositive

'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu' 

Oudste literaire zin:
Alle vogels hebben nesten gemaakt, behalve jij en ik, wat wachten we nog op?

Slide 21 - Diapositive

Het ontstaan van het Nederlands
Oudste Nederlands: 
  • Eerste eeuwen na Christus woonden in de Lage Landen West-Germaanse stammen.
  • Deze stammen verspreidden zich na de 4e en 5e eeuw.
  • Verschillende Germaanse dialecten ontwikkelen zich los van elkaar.                                  Fries, Engels, Duits, Nederlands
                                                 START van het Nederlands

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

eerste literaire zin
Schrijf de volgende zin over:
'Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu wat unbidan we nu' 

Slide 24 - Diapositive

betekenis
Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij, waar wachten we nu nog op?

Slide 25 - Diapositive

15e en 16e eeuw
De volkstaal wint van het Latijn (de taal van de kerk),
er ontstaat behoefte aan een standaardtaal.

Boekdrukkunst wordt uitgevonden (rond 1450) 

Slide 26 - Diapositive

1804: eerste officiële spelling (niet populair)
1863: tweede officiële spelling
Standaard schrijftaal is een feit
1864: Nederlands wordt een verplicht schoolvak

Nationaal bewustzijn in Europa groeit, eigen taal ziet men als belangrijk onderdeel van de eigen identiteit.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Vidéo

Slide 30 - Lien

Aan de slag
 maak opdracht 1 t/m 5

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Lien

middeleeuwen (500-1500)
  • niet één Nederlandse taal, geen vaste spelling
  • fonologische spelling (je schrijft zoals je de woorden uitspreekt) 

Slide 34 - Diapositive

Aan de slag
Lees blz. 18 t/m 20 door en maak opdracht 4,5, 7, 9,10

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien