Make-up les 1

Hoofdstuk 13                       Make-up
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 13                       Make-up

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
Aan het einde van de les weten de studenten:
  • welke kleuren tot primaire en secundaire kleuren behoren.
  • de verschillende make up producten voor het gelaat omschrijven
  • aangeven hoe de producten kunnen worden aangebracht

Slide 2 - Diapositive

Kleurenster van Oswald
  • primaire kleuren: hoofdkleuren (rood, geel en blauw)
  • secundaire kleuren: mengkleuren (oranje, groen, paars)
  • complementaire kleuren

Kenmerken van complementaire kleuren 
  • als je ze mengt ontstaat grijs/grauw massa
  • versterken elkaar als ze naast elkaar worden gebruikt



  Oranje - blauw         Groen – rood       Violet - geel.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Primaire kleuren
Secudaire kleuren
timer
1:00
Rood
Geel
Blauw
Oranje
Violet
Groen

Slide 5 - Question de remorquage

Camoufleren/versterken
Bij het aanbrengen van make up moet je weten wat complementaire kleuren zijn.
1. Bv. bij camoufleren: blauw (kringen)wordt opgeheven door oranje, rood (tele's) wordt opgeheven door groen.
2. Bv. bij oogmake up: versterk de kleur door bij blauwe ogen, oranje te gebruiken, groene ogen door rood en bruine ogen door blauwpaars.

Slide 6 - Diapositive

  • Alles wat je lichter maakt komt naar voren.  

  •  Alles wat je donkerder maakt wordt vaag of kleiner. 
    Basisregel voor make-up

Slide 7 - Diapositive

Gezichtsvormen
  • Ovaal: kaakbeenderen donkerder maken
  • Rond: kaakbeenderen donkerder maken
  • Lang / langwerpig: slapen/wangen oplichten
  • Vierkant: kaakhoeken donkerder maken
  • Driehoekig ( punt naar boven : kaakhoeken donkerder/ beneden:wangen oplichten )
  • Zeshoekig / diamantvorm: voorhoofd en wangen oplichten

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Basis voor gezicht
  • foundation 
  • gezichtspoeder
  • bronzingpoeder
  • blusher
  • camouflage producten 

Slide 10 - Diapositive

Ogen
  • oogschaduw
  • eyeliner
  • wenkbrauwpotlood/poeder    gel
  • lashprimer
  • mascara
  •  kunstwimpers

Slide 11 - Diapositive

Lippen
  • lippotlood
  • lipstick
  • lipgloss
  • lipfix

Slide 12 - Diapositive

Dag make-up volgorde

1. Huid
  • Dagcrème
  • Camouflage
  • Foundation
  • Poeder (compact/loose)
  • Bronzingpoeder
  • Rouge

2. Ogen
  • Wenkbrauwen bijtekenen
  • Eyeliner aanbrengen onder het oog
  • Oogschaduw aanbrengen
  • Mascara aanbrengen
  • Eyeliner aanbrengen boven het oog


3. Lippen
  • Lipcontour tekenen
  • Lippenstift aanbrengen
  • Lippenglans (optioneel)

Slide 13 - Diapositive

Afsluiting
Maak de vragen

Slide 14 - Diapositive

1. I. Bij oogmake-up voor brildragenden moet men er rekening mee houden dat plusglazen de ogen 
        groter doen lijken.
    II. De oogschaduw die men gebruikt bij brildragenden met plusglazen is bij voorkeur licht en 
        glanzend.
a. Alleen I is juist.
b. Alleen II is juist.
c. I en II zijn juist.

2. I. Bij bolle ogen gebruik je bij voorkeur een donkere, matte oogschaduw op het gehele oppervlak 
         van het bovenste ooglid.
    II. Bij kleine of diepliggende ogen gebruik je bij voorkeur een lichte, goed vervaagde oogschaduw
        op het bovenste ooglid.
a. Alleen I is juist.
b. Alleen II is juist.
c. I en II zijn juist.

3. De volgorde voor het aanbrengen van make up is meestal
 a. camouflage – foundation - crème rouge
 b. crèmerouge – foundation – camouflage
 c. foundation – camouflage – crèmerouge
 

Slide 15 - Diapositive

4. Bij een oogmake-up bij een brildragende met plus glazen gebruik je bij voorkeur
 a. een donkere, matte oogschaduw en veel mascara
 b. een donkere, matte oogschaduw en weinig mascara
 c. een lichte parelmoer oogschaduw en veel mascara

5. Welk soort oogschaduw gebruik je bij een brildragende met min glazen?
 a. Donker en glanzend
 b. Donker en mat
 c. Licht en glanzend

6. Belijning met kajal van de onderbinnenoogrand maakt het oog
 a. groter
 b. kleiner
 c. sprekender

Slide 16 - Diapositive

7. Hoe wordt een vooruitstekende kin met make up gecorrigeerd?
 a. De kin donkerder maken.
 b. De kin lichter maken.
 c. De zijkanten van de kin lichter maken.

8. Voor de correctie van dikke lippen gebruik je
 a. een donkere matte kleur
 b. een felle glanzende kleur
 c. een lichte matte kleur

9. Welke kleur camouflage kun je HET BESTE gebruiken om blauwe kringen onder de ogen
te camoufleren?
a. blauw
b. oranje
c. paars

10. Welke kleuren zijn complementaire kleuren?
a. paars en blauw
b. paars en geel
c. paars en rood





Slide 17 - Diapositive

11. Wat is een kenmerk van complementaire kleuren?
a. ze passen niet goed bij elkaar
b. ze versterken elkaar
c. ze zwakken elkaar af

12. Welk soort foundation is HET MEEST geschikt voor de vette huid?
a. foundation op waterbasis
b. poederfoundation
c. vloeibare foundation

13. Met welke tinten kun je de huid het beste camoufleren? Let op: er zijn meerdere antwoorden goed.
a. de tint van de huidskleur.
b. een tint lichter dan de huidskleur.
c. een tint donkerder dan de huidskleur.

14. Op welke manier kun je een diamantvormige gelaatsvorm corrigeren?
Door een lichte kleur aan te brengen op ...
a. de slapen en de wangen.
b. de slapen en het voorhoofd.
c. het voorhoofd en de wangen.




Slide 18 - Diapositive

15. Op welke manier kun je kleine ogen groter laten lijken?
a. Door de binnenzijde van het oog met een wit potlood te omranden.
b. Door de wenkbrauwen breder te tekenen.
c. Door een glanzende oogschaduw op het ooglid aan te brengen.

16. Welke kleur oogschaduw kun je beter NIET gebruiken bij een cliënt met een donkere
huid?
a. goud
b. groen
c. paars
d. zilver

17. Van welk materiaal kunnen kunstwimpers gemaakt zijn? Let op: er zijn meerdere antwoorden goed.
a. kunststof
b. marterhaar
c. paardenhaar






Slide 19 - Diapositive

1

18. Het afschaduwen van kaakhoeken wordt toegepast voor de correctie van
a. een driehoekig gezicht met de punt naar beneden
b. een driehoekig gezicht met de punt naar boven
c. een zeshoekig gezicht

19. Hangende mondhoeken corrigeert je door de mondhoeken opwaarts te tekenen en daarna met lipstick
a. de bovenlip lichter en de onderlip donkerder te maken
b. het middengedeelte van de bovenlip voller te maken
c. het middengedeelte van de onderlip voller te maken

20. Een stevig aangezette eyeliner wordt geadviseerd bij de make-up voor
a. de donkere huid en brildragende met plusglazen
b. de donkere huid en de oudere huid
c. de oudere huid en brildragende met minglazen.






Slide 20 - Diapositive