1A en 1B 24-11

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Een paar regels vooraf:

Ik ga voorlezen. Als ik voorlees, zijn jullie stil.

We gaan straks werken met LessonUp. Ik kan zien wie welke antwoorden instuurt. Als je een onzinantwoord instuurt of iets geks, dan kom je een uur na.

Daarnaast wil ik niet dat je andere apps gaat openen op je telefoon. Als ik erachter kom dat je dat doet, kom je ook een uur na.

Ken je dit sprookje al?

Als het sprookje al kent, blijf je zitten.

Ken je het niet? Dan ga je staan.

Wat is een zwavelstokje?

Als je denkt dat het een soort toverstokje is, ga je op de grond zitten.

Als je denkt dat het een soort lucifer is, blijf je op je stoel zitten.

Als je denkt dat het een soort kaars is, ga je staan.

Vind jij dat dit sprookje een 'happy ending' heeft?
(Er is geen fout antwoord)

1. Ja
2. Nee

Stel je voor dat jij zwavelstokjes hebt. Wat zou jij dan willen zien als je ze aansteekt?

Stel je voor dat jij zwavelstokjes hebt. Wat zou jij dan willen zien als je ze aansteekt?

Sprookjes hebben vaak een 'moraal'.

Een moraal is een boodschap die de schrijver aan de lezer mee wil geven. 

Hij wil de lezer aan het denken zetten met zijn verhaal.

Vaak is het verhaal een manier om problemen in de echte wereld te bespreken.

Bespreek met je buurman of buurvrouw wat de 'moraal' van dit sprookje zou kunnen zijn. 

Stel je voor dat jij het meisje tegen zou komen. Wat zou jij doen?

Hoe zou jij het meisje kunnen helpen?

Zou je het meisje eigenlijk wel helpen?

Schrijf het antwoord voor jezelf op, dan bespreken we het zo klassikaal

Wat is jouw favoriete sprookje?