Aeneis r20 t/m 27 boek iv

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Wat is het onderwerp van inflexit en dus ook impulit (r22-23)?

1. Anna
2. Sychaei
3. hic
4. sensus

Waarmee congrueert miseri (r20)?

1. fata
2. Sychaei
3. caede
4. Anna

Wat is de woordsoort van hic (r22)?

1. persoonlijk vnw
2. betrekkelijk vnw
3. bijwoord
4. aanwijzend vnw

Geef IN TWEETALLEN de vertaling van "miseri ... sensus" r20-22

Welk stijlfiguur herken je in "agnosco veteris vestigia flammae" (r23)?

1. chiasme
2. alliteratie
3. asyndeton
4. tricolon

Waarmee congrueert veteris (r23)?

1. Sychaei
2. vestigia
3. flammae
4. coniugis

Geef IN TWEETALLEN de vertaling van r23

Wat is de pv van de hoofdzin in r24-27

1. optem
2. dehiscat
3. adigat
4. violo

Wat is het onderwerp van dehiscat (r24)?

1. tellus
2. mihi
3. prius
4. pater

Waarmee congrueert ima (r24)

1. onderwerp van optem (ik)
2. mihi
3. tellus
4. pater

Hoe is de coniunctivus optem (r24) gebruikt?

1. aansporing
2. irrealis
3. finalis
4. na een voegwoord

Hoe is de coniunctivus dehiscat (r24) gebruikt?

1. aansporing
2. irrealis
3. finalis
4. na een voegwoord

Geef IN TWEETALLEN de vertaling van r24