H2.1 HAVOVWO2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 2 Steden

2.1 Steden in de wereld

Vandaag:

Wereld: Landen en Hoofdsteden

Topotoets = 7 december

Start H2 (herhaling en nieuw) en zelf aan de slag

uitleg PO Steden

Leerdoelen:

- Na de les weet je welke 4 kenmerken een stad heeft.

- Na de les weet je het verschil tussen een megastad en wereldstad

- Na de les kun je beschrijven hoe het leven in een megastad verschilt van dat in een wereldstad.

Wat is een stad?

De definitie van de stad is erg lastig: gaat het om mensen, oppervlakte, de grootte, de belangrijkrijkheid? 

Kenmerken van de stad

1. Een bepaald aantal inwoners. Dit verschilt per land. In IJsland is het anders dan in Japan. 
2. Dicht bebouwd gebied in vergelijking met het omringende gebied. 
3. Een beroepsbevolking die vooral werkt in de secundaire en tertiaire sector: industrie en diensten. 
4. Een groot aantal voorzieningen (winkels, werk, bestuur, onderwijs).  

Soorten steden

1. Wereldstad: een stad met veel inwoners én veel invloed op de wereld (de economie, cultuur, politiek). New York, Tokyo en Londen.
2. Megastad: een stad met meer dan 10 miljoen inwoners.
3. Hoofdstad: in deze stad zit vaak de regering. Het is vaak de grootste stad van het land, maar niet altijd. 

Hoofdstedenquiz:
Rusland

1. Sint-Petersburg
2. Berlijn
3. Moskou
4. Minsk

Hoofdstedenquiz:
Chili

1. Rio de Janeiro
2. Santiago
3. Montevideo
4. Paramaribo

Hoofdstedenquiz:
Canada

1. Washington
2. Vancouver
3. Montreal
4. Ottowa

Hoofdstedenquiz:
Syrie

1. Damascus
2. Aleppo
3. Beiroet
4. Dubai

Hoofdstedenquiz:
Thailand

1. Laos
2. Shanghai
3. Hanoi
4. Bangkok

Hoofdstedenquiz:
Kroatië

1. Skopje
2. Sarajevo
3. Zagreb
4. Zadar

Leven in een derdewereldstad

De verschillen tussen arm en rijk heel groot. Het is een wereld van verschil of je wordt geboren in een krot of in de rijke villawijk. 

Kinderen van rijke ouders kunnen vaak wel naar school, kinderen van arme ouders moeten vaak werken. 

Toch zijn de kansen in de stad vaak beter dan op het platteland. Daardoor gaan mensen vaak van het platteland naar de stad. 

Wij wonen hier in de stad, zou jij later graag in de stad willen blijven of liever in een dorp op het platteland?

1. Ja, ik zou liever in een dorp wonen.
2. Nee, ik wil in een stad wonen.
3. Ik weet het nog niet zo goed.
4. Ander antwoord.

De global city

De wereldsteden, New York, Londen en Tokio, worden ook wel global cities genoemd. 

Deze steden vormen de belangrijkste knooppunten in het wereldwijde stedelijk netwerk. De invloed van deze steden is vaak groter dan die van veel staten/ landen. 

Deze steden kennen soortgelijke problemen: veel luchtvervuiling, migranten en armoede. De burgemeesters van deze steden overleggen daarom vaak over de aanpak van deze problemen. 

Maken 

Maken H2 par. 2.1 WB blz. 38 vraag 1,2,3,5,

Leerboek H2 blz. 32 en 33

Je werkt 10 min. in STILTE en ZELFSTANDIG