Hoe kunnen we omgaan met leerlingen die moeilijk verstaanbaar gedrag vertonen?

• Spelling
• Basisschool
• Groep 3,4

Hoe kunnen we omgaan met leerlingen die moeilijk verstaanbaar gedrag vertonen?

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je hoe ik ben omgaan met een  leerlingen die dit moeilijk verstaanbaar gedrag vertoont

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen.

Wat weet ik al over deze leerling met moeilijk verstaanbaar gedrag?

*Deze leerling heeft moeite met de verwerkingssnelheid

*Deze jongen heeft een lage verwerkingssnelheid. Hij wordt normaal ingeschaald in SCOL. *Leerlingen vinden hem op sociaal gebied een leuke jongen.

*Heeft de module gedaan executieve functies en prikkelverwerking.

*Deze leerling gaat laat naar bed.  R. krijgt zijn werk niet af en lijkt te dromen. 

Wat is moeilijk verstaanbaar gedrag?

Moeilijk verstaanbaar gedrag is gedrag dat moeilijk te begrijpen is voor anderen. Dit gedrag kan variëren van agressief gedrag tot teruggetrokken gedrag. 

Leg uit wat moeilijk verstaanbaar gedrag betekent en geef voorbeelden.

Oorzaken van moeilijk verstaanbaar gedrag

Moeilijk verstaanbaar gedrag kan verschillende oorzaken hebben. 

R. heeft een vader die een aandoening heeft aan zijn hersens. Vader geeft aan dat R.  net als hem is. Hij heeft wel goede hersenen. Hij gaat laat naar bed. Hij geeft aan dat hij de prikkels niet voelt. 

Beschrijf de verschillende oorzaken van moeilijk verstaanbaar gedrag.

Hoe kunnen we omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag?

Omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag vergt een specifieke aanpak. Het is belangrijk om rustig te blijven en te proberen de oorzaak van het gedrag te achterhalen. 

Ik heb hiervoor R. geobserveerd en wat mij opviel was zijn werkhouding. Ik dacht aan een werkhoudingsprobleem. R. treuzelt, kijk rond maar tijdens toetsen geeft hij goede resultaten. Hij zou nog hoger kunnen komen als zijn verwerkingssnelheid sneller zou zijn. 

Geef tips over hoe om te gaan met moeilijk verstaanbaar gedrag.

Communicatie

Communicatie is een belangrijk onderdeel van het omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag. Het is belangrijk om duidelijk te communiceren en te proberen het gedrag te begrijpen.

 R. geeft aan dat het te snel gaat en dat hij niet weet wat hij nu moet maken. 

Leg het belang van communicatie uit en geef voorbeelden van hoe de communicatie verbeterd kan worden.

Samenwerking

Samenwerking met ouders en andere professionals is belangrijk bij het omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag.

 Er is een gesprek geweest met ouders . Ze geven aan dat R. laat naar bed gaat. Juf Marlies heeft na de les van prikkelverwering een gesprek met R. gevoerd. R. geeft aan helemaal geen prikkels te ervaren. 

Leg uit waarom samenwerking belangrijk is en geef voorbeelden van hoe samenwerking kan worden gestimuleerd.

Preventie

Het is belangrijk om te werken aan preventie van moeilijk verstaanbaar gedrag. Dit kan bijvoorbeeld door het creëren van een veilige en voorspelbare omgeving.

De begeleidingsbehoefte van R. is dat hij heeft een leerkracht nodig heeft die hem ziet en af en toe vraagt of  het goed gaat. R. heeft als onderwijsbehoefte  extra ondersteuning nodig op het gebied van een stappenplan hoe R. zijn werk moet aanpakken en zijn taakgerichtheid. Je moet hier bij denken aan welke taak, nadenken over een oplossingsstrategie, hoe hij de opdracht uitvoert en reflecteren. 

Leg uit waarom preventie belangrijk is en geef voorbeelden van hoe preventie toegepast kan worden.

Conclusie

Het omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag vergt een specifieke aanpak. Het is belangrijk om rustig te blijven, te communiceren en samen te werken met ouders en andere professionals.

 Ik heb dan ook een aantal dingen opgezocht over het gedrag. Ik heb de boeken gelezen over werkhoudingsproblemen en over zelfinstructie methode van Meichenbauw. Dit heb ik ingezet in de vorm van Donad Duck. Ik ben ook gaan werken met Prowise om structuur en regelmaat aan te bieden. Ik ben gaan werken met de TIME timer.

Vat de belangrijkste punten van de les samen en geef de leerlingen de gelegenheid om vragen te stellen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.