Nederlandse les 26-5-2020 Nieuwsbegrip AA drones

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 4

Welkom!

Ga naar de volgende dia en klik op de link!

https:

Verder vandaag:

1. Lezen in boek

2. Nieuwsbegrip: drones 

3. Spelletje (Galgje, wie is het?, letterspel etc.)

Nieuwsbegrip

Nieuwsbegrip gaat deze week over DRONES.

Weet jij al wat een drone is en wat een drone kan? 

https:

Nu eerst:

Luistervragen!

Heb jij goed opgelet tijdens het kijken van het filmpje? 

Waar werd de proef gehouden?

1. Amsterdam
2. Rotterdam
3. Den Haag
4. Volendam

Hoe worden nu vaak spullen naar schepen gebracht?

1. Met auto's
2. Met fietsen
3. Met kleine bootjes
4. Met helikopters

Welke voordelen hebben drones in vergelijking met helikopters?
Meerdere antwoorden zijn goed.

1. Ze zijn sneller
2. Ze zijn goedkoper
3. Ze zijn veiliger
4. Ze kunnen meer vervoeren.

De naam drone komt uit het Engels. Wat betekent het letterlijk?

Na het kijken:
Kun je nu vertellen wat een drone is en wat een drone kan?

Nu lezen we de tekst! 

Kies na het lezen van elke alinea 1 of 2 zinnen die het belangrijkste zijn. 

Vragen bij de tekst AA 

Welke dingen over drones zijn waar? Er zijn twee antwoorden goed.

1. Drones mogen geen opnames maken tijdens het vliegen
2. In drones zit vaak een camera
3. In een drone zit soms een piloot
4. Je kunt een drone op afstand besturen

Waarom is er nu een test gedaan met drones?

1. Omdat helikopters te vervuilend zijn
2. Omdat helikopters te duur zijn
3. Omdat schepen meer onderdelen nodig hebben.

Is de test met de drone goed gegaan? Hoe weet je dat?

Waarvoor willen ze in een restaurant in Almelo drones gaan gebruiken?

4-2-2-schema
Welke vier nieuwe dingen weet je nu? Noem uit elke alinea 1 ding.

4-2-2-schema
Welke twee dingen vind je leuk om te weten?

4-2-2-schema
Welke twee vragen heb je nog na het lezen van de tekst?

Lees regel 20.
Waar verwijst 'dat' naar?

1. Iets wat kapot is
2. snel even naar een winkel varen
3. spullen naar een schip brengen

Lees regel 26.
Waar verwijst 'daar' naar?

1. in de haven van Rotterdam
2. op zee
3. in een restaurant in Almelo

Lees regel 27.
Waar verwijst 'dat' naar?

1. een pakketje afleveren
2. nog meer tests uitvoeren
3. naar een schip op zee vliegen

Lees regel 6.
Wat is onbemand?

1. Er zit geen camera of radio in
2. Er zit niemand in
3. Er zitten grote vleugels aan

Lees regel 16.
Wat is het onderdeel?

1. het belangrijke moment
2. het grote pakket
3. een deel van iets

Er is nu één test gedaan met drones. Welke tests worden later nog uitgevoerd? 2 antwoorden zijn goed.

1. Een drone moet grotere spullen afleveren
2. Een drone moet eten brengen naar oude mensen
3. Een drone moet naar de haven van Amsterdam vliegen
4. Een drone moet naar een schip op zee vliegen

Waar zou jij een drone voor willen gebruiken? Knutsel of teken de drone en geef de drone een naam.