Maagsonde

Maagsonde

Neus-maagsonde
PEG - sonde
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Maagsonde

Neus-maagsonde
PEG - sonde

Slide 1 - Diapositive

Aan het einde van deze lessonup kan de student benoemen:
- wat een neusmaagsonde en wat een PEG sonde is.
- welke indicaties voor het inbrengen van een sonde(en het toedienen van voeding).
- welke contra-indicaties voor een neusmaagsonde.
- welke complicaties er op kunnen treden bij het inbrengen.
- aandachtspunten tijdens het verzorgen van een neusmaagsonde en PEG-sonde.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

wanneer krijgt iemand sondevoeding

Slide 4 - Carte mentale

Het inbrengen van een neus-maagsonde is een voorbehouden handeling

Slide 5 - Question ouverte

Soorten voedingssondes
  • Neus - maagsonde
  • Neus - dunne darmsonde 
  • PEG - sonde
  • Jejunumsonde

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Wat is sondevoeding?

  • vloeibare voeding die per sonde direct in maag, duodenum of jejunum wordt toegediend
  • bevat alle voedingsstoffen 
  • bevat vitamines, mineralen en sporenelementen


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

In het filmpje zie je dat de lengte van de sonde wordt bepaald door middel van de NEX methode.
Wat betekent NEX en hoe wordt de lengte bepaald?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat moet de ph waarde zijn van het maagsap?
A
pH 6 -7,5
B
pH 2 - 5,5
C
pH 8-9
D
pH maakt niet uit

Slide 19 - Quiz

De zuurgraad van stoffen

Slide 20 - Diapositive

Aandachtspunten
  • juiste patiënt
  • juiste sondevoeding
  • controleer de houdbaarheidsdatum
  • na openen datum/tijd noteren
  • let op : zakken 24 uur houdbaar
  • Let op : glazen flessen max. 8 uur

Slide 21 - Diapositive

Zuur, neutraal of basisch?
Vloeistoffen kunnen zuur, neutraal of basisch zijn.
Je geeft dit aan met de zuurgraad van de vloeistof: 
de pH-waarde.

Water noemen we NEUTRAAL en heeft een pH-waarde van 7

Slide 22 - Diapositive

Wanneer moet je de ligging van de sonde controleren met de pH-strip
A
Elke keer als je nieuwe voeding aanhangt
B
Iedere 24 uur
C
Als je twijfelt aan de ligging van de sonde
D
Als de cliënt flink heeft moeten hoesten of braken

Slide 23 - Quiz

Waarom controleer je de temperatuur van de sondevoeding voor toediening?
A
om te kijken of de voeding niet plakt
B
omdat koude voeding maagkrampen geeft
C
Om te kijken of de temperatuur past bij de omgevingstemperatuur
D
Om te kijken of de koelkast goed werkt

Slide 24 - Quiz

Noem 2 complicaties van sondevoeding?

Slide 25 - Question ouverte

Complicaties
  • verstopping sonde
  • misselijkheid en braken
  • aspiratie
  • gestoord defeacatiepatroon
  • ontstekingen in de mond

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

De druppelsnelheid wordt aangegeven in
A
mg/l
B
ml/uur
C
mmol/l
D
%

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Diapositive

In het filmpje zie je dat de lengte van de sonde wordt bepaald door middel van de NEX methode.
Wat betekent NEX en hoe wordt de lengte bepaald?

Slide 31 - Question ouverte

Wanneer moet je de ligging van de sonde controleren met de pH-strip
A
Elke keer als je nieuwe voeding aanhangt
B
Iedere 24 uur
C
Als je twijfelt aan de ligging van de sonde
D
Als de cliënt flink heeft moeten hoesten of braken

Slide 32 - Quiz

welke soort voedingssondes zijn er?

Slide 33 - Question ouverte

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

De druppelsnelheid wordt aangegeven in
A
mg/l
B
ml/uur
C
mmol/l
D
%

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Diapositive

In het filmpje zie je dat de lengte van de sonde wordt bepaald door middel van de NEX methode.
Wat betekent NEX en hoe wordt de lengte bepaald?

Slide 41 - Question ouverte

Wanneer moet je de ligging van de sonde controleren met de pH-strip
A
Elke keer als je nieuwe voeding aanhangt
B
Iedere 24 uur
C
Als je twijfelt aan de ligging van de sonde
D
Als de cliënt flink heeft moeten hoesten of braken

Slide 42 - Quiz

welke soort voedingssondes zijn er?

Slide 43 - Question ouverte

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive