Bezittelijk voornaamwoord th1 -05-12-2024

BONJOUR       05-12-2024
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

BONJOUR       05-12-2024
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Diapositive

Le programme d'aujourd'hui

Grammaire: Het bezittelijk voornaamwoord
Oefenen 
Evalueren 

Slide 2 - Diapositive

Les buts du cours
Aan het eind van de les:
1. Weet ik wat een bezittelijk voornaamwoord is
2. Heb ik het stappenplan genoteerd


Slide 3 - Diapositive

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in het Nederlands? Geef voorbeelden

Slide 4 - Carte mentale

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
Het gaat dus over een 'bezit'.

In het frans noemen we het 'le pronom possesif'


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

In het Nederlands
Mijn fiets
Jouw fiets
Zijn / haar fiets


Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Le pronom possesif
                             mannelijk                 vrouwelijk            meervoud
Mijn                       mon                               ma                       mes
Jouw                     ton                                 ta                          tes
Zijn/haar             son                                 sa                         ses               

Slide 9 - Diapositive

Le copain - La copine
mon copain       mijn vriend         ma copine     mijn vriendin
ton copain           jouw vriend        ta copine      jouw vriendin
son copain   zijn/haar vriend       sa copine    zijn/haar vriendin

Slide 10 - Diapositive

Stappenplan!
1. Zoek uit welk bezittelijk voornaamwoord je moet weten (mijn, jouw, zijn, haar, )
2. Kijk in welk rijtje deze voorkomt
3. Is het woord achter  het bezittelijk voornaamwoord mannelijk, vrouwelijk of meervoud?
4. Pas het juiste bezittelijke voornaamwoord toe

Slide 11 - Diapositive

Klinkerbotsing en stomme h
Is er sprake van klinkerbotsing of een stomme h?
Dan gebruiken we de mannelijke vorm ( mon, ton, son )
Mijn vriendin is aardig - Ma amie (v) est sympa
Klinkerbotsing!  Dus -> Mon amie est sympa

Slide 12 - Diapositive

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Welke drie vormen kun je gebruiken in het Frans voor de vertaling van het woordje jouw?
A
ma, mon, mes
B
ta, ton, tes
C
ma, ta, sa
D
sa, son, ses

Slide 15 - Quiz

Welke drie vormen kun je gebruiken in het Frans voor de vertaling van het woordje mijn?
A
ma, mon, mes
B
ta, ton, tes
C
sa, son, ses

Slide 16 - Quiz

Welke drie vormen kun je gebruiken in het Frans voor de vertaling van het woordje zijn/ haar?
A
ta, ton, tes
B
ma, mon, mes
C
sa, son , ses
D
mes, tes, ses

Slide 17 - Quiz

Wat is "Mon" .... als in "mon livre"
A
een bijvoeglijk naamwoord
B
een lidwoord
C
een bezittelijk voornaamwoord
D
een werkwoord

Slide 18 - Quiz

Aurélie est ......copine
A
ma
B
mon
C
mes
D
ses

Slide 19 - Quiz

Wat betekent 'Mon'
A
mijn
B
jouw
C
zijn
D
haar

Slide 20 - Quiz

Mon père
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

(Hij is) mon ami.
A
Elle es
B
Ils sont
C
Elle est
D
Il est

Slide 22 - Quiz

a. mon père
b. mon mère
A
a. correct b. pas correct
B
a. correct b. correct
C
a. pas correct b. pas correct
D
a. pas correct b. correct

Slide 23 - Quiz

mon hamster
A
mijn hamster
B
jouw hamster

Slide 24 - Quiz

In het Frans werkt dat ook zo:
mijn = mon
mon père, mon mère, mon parents.
klopt dat?
A
ja
B
nee

Slide 25 - Quiz

Le père de mon père est mon ......
A
père
B
frère
C
grand-père
D
fils

Slide 26 - Quiz

Mon père
A
Mijn moeder
B
mijn vader
C
mijn broer
D
mijn zus

Slide 27 - Quiz

C'est ...... chien?
A
Mes
B
Ton
C
Ta
D
Sa

Slide 28 - Quiz

marc est au collège avec ...... copains.
A
Ses
B
ton
C
ma
D
mon

Slide 29 - Quiz

Jouw vriendinnen hebben blond haar
.... amies ont les cheveux blonds
A
Ton
B
ta
C
Tes
D
ma

Slide 30 - Quiz


.... amie est sympa
A
Mon
B
Sa
C
Ma
D
Mes

Slide 31 - Quiz

Les buts du cours
Aan het eind van de les:

1. Weet ik wat een bezittelijk voornaamwoord is
2. Heb ik het stappenplan genoteerd


Slide 32 - Diapositive


Vous avez fini !
Hoe ging het????



Slide 33 - Diapositive